- Op 1 januari 2022 waren er in Nederland 135.000 Verenigingen van Eigenaren (VvE’s) die samen ruim 1,4 miljoen woningen beheerden, waarvan meer dan de helft huurwoningen waren.
- Grote VvE’s zijn zeldzaam; bijna de helft van de VvE’s bestaat uit maximaal drie adressen. Toch zijn in deze structuur meer huur- dan koopwoningen vertegenwoordigd.
- VvE-woningen zijn vaak óf vooroorlogs óf gebouwd na 2005, met een concentratie van oudere VvE-woningen in Noord- en Zuid-Holland en Groningen.
Nederland kent een unieke woningmarkt, waarbij de Verenigingen van Eigenaren (VvE’s) een niet te onderschatten rol spelen.
Uit recent onderzoek van het CBS, in samenwerking met het Kadaster, blijkt dat er op 1 januari 2022 zo’n 135.000 VvE’s waren die samen meer dan 1,4 miljoen woningen beheerden.
Een significant deel van deze woningen, meer dan de helft, behoort tot de huursector. Dit illustreert de essentiële rol die VvE’s spelen, niet alleen voor eigenaar-bewoners maar ook voor de verhuurmarkt.
Voor verhuurders kan het belangrijk zijn om vooraf duidelijkheid te krijgen over het beleid van hun VVE met betrekking tot short stay verhuur.
Klein maar belangrijk
De meerderheid van deze VvE’s beheert een klein aantal woningen; bijna de helft van alle VvE’s bestaat uit maximaal drie adressen. Dit zijn vaak VvE’s die slechts een boven- en benedenwoning omvatten. Grote VvE’s, die meer dan 20 adressen bevatten, vormen slechts 15 procent van het totaal. Deze verdeling heeft significante implicaties voor verhuurders binnen deze structuren, met name in het beheer en onderhoud van het onroerend goed.
Bijzonder relevant voor verhuurders is de constatering dat er meer huurwoningen dan koopwoningen onder VvE’s vallen.
Dit wijst op een trend waarin verhuurders een actieve rol spelen in het beheer van VvE’s, of het nu gaat om volledig verhuurde panden of gemengde complexen met zowel huur- als koopwoningen.
Bijna 70 procent van de woningen in een VvE maakt deel uit van een gemengde VvE. Dit benadrukt de noodzaak voor verhuurders om goed geïnformeerd en betrokken te zijn bij het VvE-beheer, om zodoende hun investeringen te beschermen en de leefbaarheid voor huurders te optimaliseren.
Bouwperiodes en geografische spreiding
De VvE-woningen vertonen een interessante spreiding wat betreft bouwperiodes. Vooroorlogse woningen en woningen gebouwd na 2005 zijn oververtegenwoordigd binnen VvE’s.
Dit duidt op een hogere concentratie van VvE’s in gebieden met historische bebouwing of juist in nieuw ontwikkelde gebieden.
Noord- en Zuid-Holland en Groningen blinken uit in het aantal oudere VvE-woningen, terwijl Flevoland een groter aandeel nieuwe VvE-woningen kent. Dit heeft zowel gevolgen voor het type vastgoed dat verhuurders in hun portefeuille kunnen hebben, als voor de specifieke uitdagingen en kansen die deze bouwperiodes en locaties met zich meebrengen.
Ontwikkeling van vastgoed
Voor verhuurders biedt de participatie in een VvE zowel uitdagingen als kansen. Beleggers die appartementen verhuren moeten rekening houden met de regels van een VvE, als het bijvoorbeeld aankomt op het verhuren van woonruimte voor short stay.
De dynamiek van een VvE vereist actieve betrokkenheid en samenwerking tussen alle leden, waaronder de verhuurders, om het onroerend goed effectief te beheren en te onderhouden.
Door zich te verdiepen in de specifieke kenmerken en behoeften van hun VvE kunnen verhuurders bijdragen aan een positieve ontwikkeling van hun vastgoed en tegelijkertijd een kwalitatieve woonervaring voor hun huurders waarborgen.