- Verhuurders verkopen in toenemende mate hun woningen, wat leidt tot een kleiner en duurder huuraanbod.
- De nieuwe huurwetgeving en stijgende kosten drijven particuliere verhuurders uit de markt.
- Starters en huurders met een middeninkomen ondervinden de grootste gevolgen van de afname van betaalbare huurwoningen.
Een groeiend aantal particuliere verhuurders besluit hun woningen te verkopen in plaats van te blijven verhuren. Daarover schrijft Rijnmond.
Deze trend, gedreven door stijgende kosten en nieuwe regelgeving, zorgt voor een drastische vermindering van het beschikbare huuraanbod. Bovendien wordt de resterende huurmarkt duurder, waardoor vooral starters en middeninkomenshuishoudens in de knel komen.
Het Rotterdamse VVD-gemeenteraadslid Erik Verweij reageert op Twitter, “Een combinatie van partijen heeft verschillende maatregelen genomen waarvan iedereen al waarschuwde dat het aanbod nog kleiner zou worden. Deze partijen kozen daarvoor omdat het wel lekker klinkt”.
Strengere regelgeving en stijgende kosten
Een van de belangrijkste redenen voor de uitstroom van verhuurders is de steeds strengere wet- en regelgeving rondom de verhuur van woningen.
De verhoging van de belasting op vastgoed en de aanscherping van regels rondom huurprijsbescherming zorgen ervoor dat veel particuliere verhuurders hun woningen niet langer rendabel kunnen verhuren. Daarnaast heeft de stijging van onderhoudskosten en energiekosten bijgedragen aan deze ontwikkeling.
Met name de middenhuur, die doorgaans tussen de sociale huur en de vrije sector in ligt, wordt steeds meer onder druk gezet. Het gevolg is dat verhuurders in deze categorie het vaak lucratiever vinden om hun woning te verkopen aan koopstarters of beleggers. Hierdoor slinkt het aantal betaalbare huurwoningen drastisch, terwijl de vraag onverminderd groot blijft.
Minder aanbod, hogere prijzen
De gevolgen – waar experts al voor waarschuwden – zijn duidelijk merkbaar op de huurmarkt. Het aantal beschikbare huurwoningen in de vrije sector neemt af, terwijl de prijzen blijven stijgen.
“De negatieve en voorzienbare gevolgen van deze wet worden nu heel snel zichtbaar. Er zijn minder huurwoningen, en veel huurwoningen zijn juist duurder geworden”, vindt Verweij. “Het is goed om te weten dat de partijen die deze links-populistische kulmaatregelen hebben genomen nu de schuld gaan geven aan ‘doorgeslagen marktwerking’ en ‘neoliberaal afbraakbeleid'”.
Waar huurders voorheen nog konden kiezen uit een breder aanbod, wordt het voor hen nu steeds moeilijker om een betaalbare woning te vinden.
Dit raakt vooral jonge professionals en huishoudens met een middeninkomen, die niet in aanmerking komen voor sociale huur, maar ook niet de middelen hebben om een huis te kopen.
Huurprijzen in stedelijke gebieden zoals Rotterdam en Amsterdam stijgen sneller dan het landelijk gemiddelde. Het tekort aan middenhuurwoningen drijft de prijzen verder omhoog, waardoor de druk op de huurmarkt steeds groter wordt.