- Scheefhuur belemmert doorstroming op de krappe sociale huurmarkt.
- Maatregelen zoals inkomensafhankelijke huurverhoging blijken ineffectief.
- Alternatieven richten zich op tijd geven of verkoop aan scheefhuurders.
Huurders in de verkéérde woning? Een heikel punt…
En hoewel het aanpakken van scheefhuur geen extra woningen oplevert, draagt het wél bij aan een betere benutting van het bestaande woningaanbod, dat lezen we bij NU.nl.
Scheefhuurders bezetten plekken die bedoeld zijn voor lagere inkomens. Hierdoor blijven wachtlijsten bij woningcorporaties onnodig lang.
Volgens cijfers uit 2021 woont bijna 20% van de Nederlandse huurders ‘scheef’. Dat betreft enerzijds huishoudens met een laag inkomen in een dure huurwoning, maar vooral de groep met een hoog inkomen in een goedkope woning frustreert het systeem. Door hun financiële draagkracht zouden zij door kunnen stromen naar een duurdere huur- of koopwoning, maar de alternatieven zijn schaars.
Vrije sector te klein en ontoegankelijk
Het grootste probleem is het ontbreken van passende alternatieven. De vrije huursector beslaat slechts 6 à 7% van de woningmarkt en slinkt door beleid dat particuliere verhuur ontmoedigt.
“Scheefwoners kunnen bijna niet doorstromen naar een woning in de vrije sector”, zegt Jasper de Groot van woonplatform Pararius.
Fiscale maatregelen en nieuwe wetgeving maken het minder aantrekkelijk om in deze sector te verhuren, waardoor woningen verdwijnen of verkocht worden. Dat uitponden heeft vergaande effecten.
Een inkomensafhankelijke huurverhoging moest eerder prikkelen tot doorstroming, maar bleek in de praktijk nauwelijks effect te sorteren. Corporaties zijn bovendien niet verplicht deze verhogingen door te voeren.
Zolang huurders een relatief goedkope woning kunnen behouden, ontbreekt de urgentie om te verhuizen.
Tijd en keuzevrijheid bieden perspectief
Twee oplossingsrichtingen komen nu bovendrijven. De eerste is het geven van een overgangsperiode, bijvoorbeeld twee jaar, waarin scheefhuurders de tijd krijgen om een koopwoning of een geschikte vrije sectorwoning te vinden.
Deze benadering erkent dat er tijd en voorbereiding nodig is om een overstap financieel en praktisch haalbaar te maken.
Een tweede optie is het verkopen van sociale huurwoningen aan de scheefhuurders zelf. Dit vermindert het aantal corporatiewoningen niet direct, aangezien corporaties de opbrengst kunnen gebruiken om nieuwe woningen te realiseren. Zeker bij oudere woningen kan dit financieel gunstig uitpakken.