- De Raad van State heeft adviezen gegeven over de ontwerpbesluiten voor betaalbare huur en de modernisering van het waarderingsstelsel voor onzelfstandige woonruimte (WWSO).
- Beide besluiten zijn gekoppeld aan het wetsvoorstel betaalbare huur en omvatten veranderingen in de huurprijsbepalingen en modernisering van bestaande systemen.
- De Raad van State benadrukt enkele zorgen en onduidelijkheden in de ontwerpbesluiten en adviseert deze te adresseren voor definitieve vaststelling.
Op 29 mei 2024 heeft de Raad van State haar adviezen over de ontwerpbesluiten betaalbare huur en modernisering WWSO vastgesteld. Beide besluiten zijn nauw verbonden met het wetsvoorstel betaalbare huur, dat momenteel in behandeling is bij de Eerste Kamer.
Deze besluiten staan los van het feit dat de Eerste Kamer geen advies meer wenste. Het betrof hier twee adviezen aan de minister die nog in behandeling waren.
Het besluit betaalbare huur richt zich op huurprijzen in de middenhuur en implementeert maatregelen uit het wetsvoorstel betaalbare huur. Een belangrijke wijziging is de aangepaste rekenwijze voor het bepalen van de maximale huurprijs van woonruimten, zoals vastgelegd in het woningwaardestelsel (WWS).
De Raad van State maakt opmerkingen over de definitie van een zelfstandige woning, waarbij een ‘duurzaam gemeenschappelijk huishouden’ als criterium wordt gebruikt. Het is voor de Raad echter onduidelijk over wat precies onder dit begrip valt, wat mogelijk ongunstige financiĆ«le gevolgen kan hebben voor samenwonenden die niet aan dit criterium voldoen.
Daarnaast ontbreekt overgangsrecht voor bestaande situaties, wat tot problemen kan leiden voor huidige bewoners.
Modernisering WWSO
Het waarderingsstelsel voor onzelfstandige woonruimte (WWSO), dat sinds 1979 bestaat, wordt ook gemoderniseerd. Dit stelsel is specifiek voor woonruimtes die gedeeld worden door meerdere huishoudens.
De maximale huurprijs binnen het WWSO wordt met 25 procent verhoogd. De Raad van State vindt deze verhoging fors en vraagt om een onderbouwing. Bovendien wordt erop gewezen dat de herzieningen van WWS en WWSO elkaar moeten aanvullen en niet conflicteren.
De Raad van State heeft enkele kritische kanttekeningen bij beide ontwerpbesluiten. Bij het besluit betaalbare huur is er onduidelijkheid over de definitie en gevolgen voor bepaalde samenwonenden, terwijl bij het WWSO de verhoging van de maximale huurprijs ter discussie staat.
De Raad adviseert om deze opmerkingen zorgvuldig te overwegen en in de definitieve besluiten te verwerken.