- Woningcorporaties investeren fors in onderhoud, verduurzaming en nieuwbouw, maar kampen met financiële tekorten, dat stelt corporatiekoepel Aedes.
- Maandelijks leggen zij gemiddeld €11 per woning toe, gefinancierd met leningen.
- Procedures en hoge bouwkosten vertragen de nieuwbouw ondanks stijgende productie.
Nederlandse woningcorporaties hebben in 2023 grote stappen gezet op het gebied van onderhoud, verduurzaming en nieuwbouw. Dat stelt corporatiekoepel Aedes bij monde van vertrekkend voorzitter Martin van Rijn.
De investeringen stegen tot een recordhoogte van 10,5 miljard euro, 1,5 miljard meer dan het jaar ervoor. Ondanks deze inspanningen is de financiële situatie van de sector precair. Voor het vierde jaar op rij is er een structureel tekort, wat betekent dat corporaties maandelijks geld moeten bijleggen.
Volgens Aedes-voorzitter Martin van Rijn leggen corporaties gemiddeld €11 per woning per maand toe.
Onbalans in uitgaven en inkomsten
De balans tussen uitgaven en inkomsten wordt steeds lastiger te handhaven. Een eenvoudige rekensom leert dat je bij meer uitgaven dan inkomsten uiteindelijk tegen de limieten van reserves en leningen aanloopt.
Terwijl de focus ligt op betaalbare huren, energiebesparing en nieuwbouw, stijgen de kosten sneller dan de inkomsten. De stijging van de stichtingskosten – vooral door hogere bouwkosten – speelt daarbij een belangrijke rol.
Aedes benadrukt dat structurele hervormingen nodig zijn om de maatschappelijke taken van corporaties veilig te stellen. Zonder betere afspraken over financiële ondersteuning en procedures zal de voortgang van verduurzaming en nieuwbouw vertragen.
Trage procedures hinderen nieuwbouw
Ondanks een stijging in de productie met bijna 18.000 nieuwe woningen vorig jaar, blijft de bouw achter bij de enorme vraag.
Lange bestemmingsplanprocedures, een tekort aan bouwgrond en stijgende bouwkosten zorgen voor vertraging. Dit leidt tot een steeds grotere kloof tussen de behoefte aan sociale huurwoningen en het aantal gerealiseerde woningen.
Van Rijn benadrukt dat corporaties bereid zijn hun productie verder op te schalen, maar dat zij afhankelijk zijn van snellere en meer efficiënte processen.
De huidige situatie laat zo zien dat de systemen rondom woningbouwproductie niet aansluiten op de urgentie van het woningtekort.