- Vanaf 2028 vervangt belasting op werkelijke rendementen de huidige fictieve rendementen in box 3.
- De belastingdruk in de bv blijft aanzienlijk lager dan in box 3, wat beleggen via de bv aantrekkelijk maakt.
- Voor ondernemers biedt dit op de lange termijn veel ruimte om vermogen efficiënter op te bouwen.
De belasting op spaargeld en beleggingen gaat in Nederland op de schop. In 2028 treedt het nieuwe box 3-stelsel in werking, waarin niet langer wordt gerekend met fictieve rendementen maar met de werkelijke opbrengsten.
Op het eerste gezicht is dat een eerlijkere benadering: wie veel verdient, betaalt meer, en wie weinig rendement behaalt, draagt minder belasting af. De haken en ogen hebben we echter al veel besproken.
En juist de verandering werpt een opvallend licht op een alternatieve route: beleggen vanuit een besloten vennootschap.
Waar het box 3-tarief met 36% hoog blijft, gelden voor vermogen in de bv veel lagere tarieven, dat ziet Kapé Breukelaar, personal finance expert bij FiscAlert. Hij zet op LinkedIn de mogelijkheden uiteen.
De eerste schijf in de vennootschapsbelasting bedraagt 19%, daarboven geldt 25,8%. Deze percentages maken een aanzienlijk verschil in de uiteindelijke belastingdruk, zeker voor ondernemers die vermogen in hun bv hebben opgebouwd.
Een nieuw speelveld voor ondernemers
Voor directeur-grootaandeelhouders verandert er op papier minder: beleggen in de bv was al een strategische keuze, maar wordt door het nieuwe stelsel nog duidelijker aantrekkelijker dan privé beleggen in box 3. Zeker voor wie het vermogen langere tijd kan laten renderen, kan de belastingdruk in de bv ruim de helft lager uitpakken.
Een bijkomend voordeel is de flexibiliteit. Wie geld uit de nv nodig heeft, kan dit in de vorm van dividend uitkeren. Daarbij geldt bovendien een lager tarief over een deel van de jaarlijkse uitkeringen. Zo kan het opgebouwde kapitaal efficiënt worden ingezet, zonder dat ieder jaar zware belastingheffing volgt.
Het nieuwe systeem belooft meer transparantie en een betere aansluiting bij de realiteit van beleggers. Toch is het verschil in belastingdruk tussen box 3 en de vennootschapsbelasting aanzienlijk. Dit roept vragen op over de gelijkheid van behandeling tussen privébeleggers en ondernemers.
Voorlopig lijkt er geen beweging te zijn om het tarief in box 3 te verlagen.
Dit betekent dat het opbouwen van vermogen in een bv de komende jaren waarschijnlijk een aantrekkelijke route blijft, vooral voor ondernemers en oud-ondernemers met een lange beleggingshorizon.