- De waarde van verhuurde woningen ligt vaak fors lager dan die van leegstaande woningen.
- In steden met veel gereguleerd aanbod ontstaat hierdoor een opvallend waardegat.
- Dit opent mogelijkheden voor beleggers die zich richten op aankoop en uitponding.
De invoering van de Wet Betaalbare Huur heeft het belang van WWS-punten voor de waardering van huurwoningen vergroot. Vooral in grote steden is het verschil tussen gereguleerd en vrijesectoraanbod duidelijk zichtbaar in de marktwaardering, zo bleek eerder uit analyse van Stellax.
Woningen met minder dan 187 WWS-punten vallen in het gereguleerde segment en leveren in verhuurde staat beduidend minder op dan wanneer ze leeg staan.
In Amsterdam is dit waardeverlies het sterkst. Woningen in verhuurde staat zijn daar gemiddeld bijna 40% minder waard dan wanneer ze leeg zijn, zien we in de Stellaxdata.
Dat verschil vertaalt zich bij verkoop in een winst van 67% ten opzichte van de oorspronkelijke aankoopprijs. Ook in steden als Den Haag en Rotterdam is dit waardegat merkbaar aanwezig.
Mediane leegwaarderatio vs WWS-punten

Investeerders met uitpondstrategie voor de langere termijn zijn spekkoper
Voor investeerders die zich richten op een uitpondstrategie voor de langere termijn biedt dit kansen. Minister Keijzer erkende al dat een deel van de woningen die nu wel verkocht worden, maar binnen de huursector blijven zijn aangekocht met zo’n strategie in het achterhoofd.
Grote investeerders zoals Rubens Capital en Annexxum richten zich op deze strategie door woningen in verhuurde staat te kopen van andere verhuurders om ze vervolgens af te wachten en een voor een uit te ponden.
De combinatie van politieke regulering en structurele waardeverschillen creëert zo een aantrekkelijk speelveld voor wie anticipeert op de lange termijn.