- Arno Visser wijst op een misleidend narratief dat overheidsingrijpen in de woningmarkt rechtvaardigt.
- Hij benadrukt dat bureaucratie, verouderde procedures en onvoldoende bouwcapaciteit de echte knelpunten zijn.
- Visser pleit voor meer samenwerking tussen overheid en private partijen en waarschuwt voor verdere regulering.
Arno Visser, voorzitter van Bouwend Nederland, uit in een interview in EW Magazine zijn zorgen over het huidige debat rond de Nederlandse woningmarkt. Volgens Visser is het grootste probleem dat zowel de politiek als de publieke opinie de marktsituatie verkeerd interpreteert.
Er heerst een overtuiging dat de woningmarkt een nationaal probleem is dat voornamelijk voortkomt uit marktfalen, wat leidt tot een roep om meer overheidsregulering.
“Dit is een verkeerd beeld en leidt tot verkeerde oplossingen,” aldus Visser. Hij merkt op dat dezelfde problemen ook in andere Westerse landen spelen, zoals Zweden, Duitsland en Luxemburg. Dit wijst volgens hem op een bredere uitdaging die niet puur door nationale marktomstandigheden wordt veroorzaakt.
Bureaucratie en capaciteitsproblemen
Visser benadrukt dat de werkelijke problemen die de woningmarkt belemmeren, te maken hebben met factoren zoals stijgende energieprijzen, hogere rentetarieven en bureaucratische traagheid.
“Het echte bouwen duurt twee jaar, de rest gaat op aan procedures en vergunningen,” zegt Visser. Hij bekritiseert het feit dat de politiek snel naar marktfalen wijst en met nieuwe wetten komt, zoals de Wet betaalbare huur en de Wet regie op de woningmarkt, terwijl de onderliggende problemen elders liggen.
Wat moet er dan wel gebeuren? Visser pleit voor een betere organisatie van het vergunningensysteem en meer samenwerking tussen lokale overheden en private partijen.
Daarnaast wijst Visser op het belang van doorstroming in de woningmarkt. Hij stelt dat het bouwen van woningen in verschillende prijsklassen kan leiden tot een kettingreactie van verhuizingen, wat de doorstroming bevordert. Volgens hem ligt de oplossing niet in het verplicht opleggen van percentages voor sociale woningbouw, maar in het stimuleren van deze doorstroming.
Visser sluit af met een duidelijke boodschap aan de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening: “Kijk naar wat er echt aan de hand is en probeer dat samen met de branche op te lossen.”