- De BBB pleit voor meer woningbouw in dorpen en kleinere gemeenten om jongeren te behouden.
- Betere doorstroming en minder bureaucratie moeten de woningmarkt vlot trekken.
- Investeringen in infrastructuur en alternatieve woonvormen zijn essentieel voor leefbare regio’s.
Volgens de BBB is het woningtekort in dorpen en kleinere gemeenten een groot en onderschat probleem.
Jongeren willen er graag blijven wonen, maar door het gebrek aan beschikbare woningen vertrekken zij noodgedwongen naar de stad. Dit heeft gevolgen voor de leefbaarheid: verenigingen lopen leeg, basisscholen sluiten en lokale voorzieningen verdwijnen.
In Zuid-Limburg, een van de regio’s waar BBB-Kamerlid Marieke Wijen-Nass zich op richt, werd jarenlang nauwelijks gebouwd vanwege de status als krimpgebied. In werkelijkheid ging het niet om bevolkingsafname, maar om een gebrek aan doorstroming, zo stelt ze in een recent interview met VG Visie.
Ouderen kunnen geen passende woningen vinden, waardoor gezinswoningen niet vrijkomen. Dit probleem doet zich volgens de BBB voor in veel landelijke gebieden, van Zeeland tot Groningen.
Oplossingen: bouwen, doorstroming en minder bureaucratie
Om de negatieve spiraal te doorbreken, wil de BBB dat er meer woningen worden gebouwd in dorpen en kleine gemeenten. De huidige focus ligt te veel op stedelijke woningbouw, terwijl landelijke gebieden worden vergeten.
Daarnaast is betere doorstroming essentieel. Senioren blijven vaak in hun gezinswoning, niet omdat ze dat willen, maar omdat er onvoldoende geschikte seniorenwoningen beschikbaar zijn.
Een knelpunt is ook de lange doorlooptijd van woningbouwprojecten. Nu kan het soms tien jaar duren voordat een project gerealiseerd is.
BBB vindt dit onacceptabel en wil dat bezwaarprocedures worden ingeperkt en juridische trajecten sneller worden afgehandeld.
Daarnaast moeten de strengere regels voor beleggers worden herzien. Investeringen in woningbouw mogen niet stilvallen, want zonder investeerders wordt er minder gebouwd.