- Vanaf 2025 wordt de renteaftrek voor vastgoed-BV’s verder beperkt, wat met name kleinere vastgoedbeleggers zwaar zal treffen.
- De maatregel maakt het lastiger om nieuwe investeringen te financieren en kan leiden tot hogere kosten voor huurwoningen.
- Er is veel kritiek op de maatregel omdat deze de woningmarkt juist kan verslechteren in plaats van verbeteren.
De voorgenomen beperking van de renteaftrek – de zogenaamde earningsstrippingmaatregel – zal een contraproductief effect hebben op het aanbod van huurwoningen. Dat verwacht Peter Beets, vermogensplanner bij ABN AMRO MeesPierson.
Vanaf 2025 wordt de grens van €1 miljoen voor de renteaftrek geschrapt. Dit betekent dat vastgoed-BV’s hun rentelasten slechts beperkt kunnen aftrekken van hun winst.
Vooral kleinere vastgoedbeleggers die met relatief hoge schulden opereren, zullen de gevolgen van deze maatregel sterk voelen. Dat zei eerder ook Maarten Feilzer, managing director bij Zadelhoff.
Directe gevolgen voor investeringen en onderhoud
Een directe consequentie van deze renteaftrekbeperking is dat beleggers minder ruimte krijgen om nieuwe investeringen te doen. De financieringsmogelijkheden worden immers krapper, omdat de aftrekbaarheid van rentelasten afneemt.
Hierdoor kunnen ook onderhouds- en verduurzamingsprojecten vertraging oplopen, wat op zijn beurt weer leidt tot een vicieuze cirkel: minder onderhoud betekent minder winst, wat weer resulteert in een verdere beperking van de renteaftrek.
In plaats van een toename in het woningaanbod, zou de maatregel juist kunnen leiden tot hogere huren, omdat beleggers hun verliezen doorberekenen aan huurders.
Beets ziet ook problemen met de complexiteit van de regeling, vooral omdat het belastingregime voor particuliere beleggers in box 3 niet dezelfde beperkingen kent.
Om de negatieve gevolgen voor kleinere beleggers te beperken, stelt Beets voor om de drempel voor de renteaftrek niet volledig af te schaffen, maar te verlagen tot €100.000. Dit zou de administratieve last verminderen en de woningmarkt ontzien.