Gemeenten willen rustiger aan doen met nationaal isolatieprogramma: er zijn te weinig ecologen om door te gaan

Zwaluw

Zwaluw Foto: TheOtherKev / Pixabay

  • De VNG vraagt om een tijdelijke verlaging van de ambitie van het Nationaal Isolatieprogramma vanwege de aanwezigheid van beschermde dieren in spouwmuren.
  • Gemeenten kampen met hoge kosten en beperkte beschikbaarheid van ecologen voor natuurvriendelijk isoleren.
  • Er is twijfel of de beschikbare 34,6 miljoen euro voldoende is om natuurvriendelijk isoleren effectief uit te voeren.

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) roept op om de ambities van het Nationaal Isolatieprogramma tijdelijk te verlagen, dat schijft Binnenlands Bestuur.

Dit verzoek komt vlak voordat het ministerie van Binnenlandse Zaken opnieuw honderden miljoenen euro vrijgeeft voor isolatieprojecten. Gemeenten krijgen binnenkort de mogelijkheid om aanspraak te maken op 674 miljoen euro uit het landelijke isolatieprogramma, onderdeel van het Klimaatfonds.

Beschermde dieren in spouwmuren zijn grotere kostenpost door tekort aan ecologen

De VNG wijst op de problematiek rond vleermuizen, gierzwaluwen en huismussen die zich nestelen in spouwmuren.

Gecertificeerde isolatiebedrijven zorgen er tegenwoordig voor dat de dieren de spouwmuur tijdig kunnen verlaten en houden rekening met de natuurkalender.

Op de langere termijn stellen gemeenten soortenmanagementplannen (SMP’s) op met hulp van ecologische bureaus. Deze plannen zorgen voor alternatieve verblijfplaatsen voor de dieren, waarna provincies gebiedsbrede ontheffingen kunnen verlenen onder de Wet natuurbescherming voor isolatieprojecten.

Juist dat levert nu weer extra problemen op, zo lezen we.

Bijna alle Nederlandse gemeenten schreven vorig jaar in op het lokale isolatiegeld van het nationaal programma. Dit jaar is 34,6 miljoen euro bestemd voor de kostbare praktijk van natuurvriendelijk isoleren.

Echter, zestig door de VNG gepolste gemeenten geven aan dat dit bedrag al nodig is voor het isolatieprogramma zelf. Gemeenten kampen met de hoge kosten en beperkte beschikbaarheid van ecologen voor het opstellen van SMP’s. De VNG merkt op dat bestaande protocollen en richtlijnen de prijs mogelijk onnodig verhogen, wat de situatie bemoeilijkt.