Bij de berekening van het box 3-inkomen dient men alert te zijn als het gaat om vorderingen en schulden met een vaste rente

Vrouw aan het werk

Vrouw aan het werk Foto: Javier Sierra / Unsplash

  • De waarde van schulden en vorderingen met een vaste rente kan sterk fluctueren bij veranderingen in de marktrente, wat gevolgen heeft voor de aangifte in box 3.
  • Zowel bij het forfaitaire stelsel als bij de berekening van het werkelijk rendement moet worden uitgegaan van de waarde in het economische verkeer, niet van de nominale waarde.
  • In de praktijk worden verschillen in waardering vaak over het hoofd gezien, waardoor belastingplichtigen kansen of risico’s mislopen.

Wie denkt dat vorderingen en schulden in box 3 simpelweg tegen hun nominale waarde mogen worden opgevoerd, komt bedrogen uit.

Zowel de huidige wet als aanstaande wetsvoorstellen stellen dat bij de belastingheffing in box 3 uitgegaan moet worden van de waarde in het economische verkeer.

Bij leningen met een vaste rente betekent dit dat renteontwikkelingen grote invloed kunnen hebben op die waarde, zo waarschuwt fiscalist Eric van Uunen in een bijdrage voor TaxLive.

Toch handelen veel belastingplichtigen anders. Zij nemen doorgaans simpelweg de bedragen over die de vooraf ingevulde aangifte (VIA) vermeldt. Daarbij wordt de nominale waarde overgenomen, zonder correctie voor de actuele marktrente. Dit kan leiden tot een verkeerde vaststelling van het box 3-inkomen, met fiscale gevolgen.

Fluctuerende marktrente beïnvloedt waardering

Zowel het ministerie van Financiën als de politiek erkennen dat renteontwikkelingen invloed hebben op de waardering van financiële verplichtingen en vorderingen, schrijft Van Uunen nog op LinkedIn.

Als de marktrente stijgt, daalt de waarde van een lening of vordering met een lagere vaste rente, en omgekeerd. Deze waardemutaties zijn van belang bij het bepalen van het werkelijk rendement in box 3, en kunnen ook binnen het forfaitaire systeem tot afwijkende waarderingen leiden.

Praktijkvoorbeelden maken dit inzichtelijk. Zo kan een stijgende rente in één jaar leiden tot een daling van tienduizenden euro’s in de economische waarde van een schuld. Bij belastingheffing op basis van werkelijk rendement zou dat tot een positieve vermogensaanwas leiden.

Het tegenovergestelde gebeurt bij rentedalingen, waarbij de waarde van een schuld stijgt en een negatieve vermogensaanwas ontstaat.

Keuzes maken en risico’s beperken

Het box 3-systeem laat belastingplichtigen onder voorwaarden jaarlijks kiezen tussen belastingheffing op basis van forfaitair of werkelijk rendement. In combinatie met renteontwikkelingen opent dit mogelijkheden voor fiscaal optimaliseren.

Wie goed anticipeert op renteveranderingen, kan per jaar kiezen voor het voordeligste regime. Dit vereist echter kennis en alertheid.

Een voorbeeld hiervan is een lening van een ouder aan een kind, of een papieren schenking binnen een estate planning. Bij stijgende rente daalt de economische waarde van de vordering aanzienlijk, wat tot een lagere belastingdruk voor de crediteur kan leiden bij het kiezen voor werkelijk rendement.