- Staatssecretaris Van Oostenbruggen bevestigt dat particuliere vastgoedbeleggers niet worden ontzien in de voorjaarsnota.
- Kosten zoals onderhoud en WOZ-heffing blijven uitgesloten van aftrek binnen de tegenbewijsregeling van box 3.
- Verlichting voor particuliere verhuurders wordt pas mogelijk als het forfaitair systeem definitief wordt vervangen door een belasting op werkelijk rendement.
Particuliere woningverhuurders die hun panden aanhouden als belegging in box 3, krijgen ook in de komende jaren weinig fiscale verlichting.
Staatssecretaris van Fiscaliteit Tjebbe van Oostenbruggen bevestigt in een interview in het Financieele Dagblad, dat er geen tegemoetkoming komt voor kosten zoals onderhoud of gemeentelijke heffingen in de tegenbewijsregeling. Dit blijft een doorn in het oog van particuliere beleggers, zeker zij die afhankelijk zijn van huuropbrengsten ter aanvulling van hun pensioen.
Volgens Van Oostenbruggen is het een bewuste politieke keuze geweest om deze groep niet voorrang te geven bij het verdelen van de beschikbare financiële ruimte.
Er is volgens hem simpelweg geen €1,2 miljard beschikbaar om fiscale verlichting voor vastgoedbezitters mogelijk te maken. Andere urgente kwesties, zoals het voorkomen van bezuinigingen op gemeenten, kregen voorrang.
Van Oostenbruggen ziet dat er wel problemen zijn, maar vindt deze niet erg genoeg er nu wat aan te doen. Vastgoedbeleggers, zo lijkt hij te denken, moeten de last maar gewoon dragen.
Ongelijkheid blijft voelbaar voor particuliere belegger
Hoewel het uitgangspunt is dat vermogende burgers meer kunnen dragen, blijft het verschil tussen de fiscale behandeling van sparen en investeren in huurwoningen voor veel particuliere beleggers een bron van frustratie.
Zij mogen de werkelijke kosten die drukken op het rendement niet aftrekken, terwijl het forfait jaarlijks stijgt. De fiscale druk blijft hierdoor hoog, ook als het daadwerkelijke rendement laag is.
Het zij zo, vindt de staatssecretaris dus, “Uiteindelijk zijn die beleggers toch niet bepaald de mensen die het meeste in de knel zitten. Ze hebben een significant vermogen in box 3”.
Of dat echt zo werkt? “Niemand die ik ken, echt niemand, wil meer belasting betalen dan dat hij aan inkomsten ontvangt. Niemand ontkent ook de waardestijgingen maar die kun je alleen consumeren wanneer je verkoopt. En dat gebeurt dus nu massaal”, schrijft belegger en managing partner bij De MuiderPoort VastgoedBeheer, Jaap van Veen-Richter.
“Heel bijzonder”, vindt Christiaan Crouwers van Stichting Rechtvaardige Wetgeving Woningverhuur en mede-oprichter van Vastgoed Insider de stap om niet aan het forfait te komen.
Crouwers zet de zaken eens op een rijtje:
- forfait is verhoogd. Het verlagen zou geen tegemoetkoming zijn, in tegenstelling tot zijn suggestie
- forfait is verhoogd om gat elders te dichten. Het oorspronkelijke forfait was bedacht op basis van zogenaamde langjarige en langdurige rendementen die realistisch zouden zijn
- forfait kan, maar belasting heffen over ongerealiseerd rendement is voor velen wél problematisch
- fractievoorzitter bepaalt box 3 heffing? Op een zondagavond naast al het andere wat de fractievoorzitter moet bepalen (dat lijkt me nogal wat in zo’n geval) nog eventjes box 3 afvinken?
- het beleid zorgt voor uitponding met maatschappelijke gevolgen én veel lagere inkomsten uit box 3. Soort laffer curve. Wordt de rekening dan weer bij box 3 vastgoedbeleggers gelegd?
Weg vrijmaken voor belasting op werkelijk rendement
Een belangrijke reden waarom er niet wordt gesleuteld aan de tegenbewijsregeling, is de ambitie om zo snel mogelijk over te stappen op een belasting op werkelijk behaald rendement.
Elke aanpassing, zoals het toestaan van kostenaftrek, zou deze overgang met minstens een jaar vertragen. De beoogde invoeringsdatum van dit nieuwe stelsel blijft vooralsnog 2027. Door nu vast te houden aan het bestaande forfaitaire systeem, hoopt het ministerie die deadline te halen.
Van Oostenbruggen ziet hierin de enige realistische route om rechtvaardiger belasting te heffen voor verhuurders.
Het verbeteren van de belastingmoraal en het wegnemen van onvrede onder kleine beleggers hangt volgens hem volledig af van het afschaffen van het forfaitsysteem.
De komende Prinsjesdag biedt mogelijk meer duidelijkheid, maar op korte termijn hoeven particuliere verhuurders geen verlichting te verwachten. De hervorming van box 3 is een proces van de lange adem — en wie in dat traject zit, moet voorlopig blijven doorlopen.