- Rotterdamse woningcorporaties vragen vaak hogere huren in de vrije sector dan volgens het nieuwe puntenstelsel is toegestaan, met afwijkingen tot 339 euro per maand.
- Ondanks dat corporaties de wet niet overtreden, druist het in tegen het principe van redelijke huurprijzen. De Woonbond spreekt van het “uitknijpen” van huurders.
- Zittende huurders kunnen hun huur niet verlagen, omdat de nieuwe regels alleen gelden voor contracten vanaf 1 juli 2024.
Woningcorporaties in Rotterdam rekenen huurprijzen in de vrije sector die aanzienlijk boven de nieuwe wettelijke grens liggen, zo blijkt uit onderzoek van RTV Rijnmond.
Sinds 1 juli 2024 geldt de Wet Betaalbare Huur, waarbij het woningwaarderingsstelsel (WWS) de maximale huurprijs bepaalt voor woningen met een puntenaantal tot 187. Toch vragen corporaties soms honderden euro’s meer dan de woning volgens deze punten waard is, met afwijkingen die variëren van 120 tot maar liefst 339 euro per maand.
Hoewel corporaties formeel niet de wet overtreden, druist dit in tegen het uitgangspunt van redelijke huurprijzen.
Dit leidt tot frustratie bij huurders, en worden verzoeken tot huurverlaging door corporaties als Havensteder afgewezen, omdat de nieuwe wet enkel geldt voor huurcontracten die na 1 juli 2024 zijn afgesloten.
Frustratie onder huurders: “Zoveel meer verwacht je niet van een corporatie”
De situatie zorgt voor groeiende onvrede onder huurders, vooral omdat corporaties vaak als sociaal verantwoordelijke verhuurders worden gezien.
Mathijs ten Broeke van de Woonbond stelt dat corporaties willens en wetens hogere huren vragen dan de woningen waard zijn, en noemt dit het “uitknijpen” van huurders. Hij benadrukt dat het puntenstelsel juist is ontworpen om huurprijzen eerlijk en transparant vast te stellen, en dat corporaties hier niet van zouden mogen afwijken.
De ervaringen worden breed gedeeld door huurders in heel Rotterdam, die in wijken als West, Noord, Centrum, Kralingen, Nesselande en Vreewijk hogere huren betalen dan volgens het woningwaarderingsstelsel gerechtvaardigd is.
Moeten corporaties niet het goede voorbeeld geven?
De Woonbond roept corporaties op om het goede voorbeeld te geven en zittende huurders een eerlijke huurprijs te bieden die overeenkomt met het puntenstelsel, ongeacht wanneer het contract is afgesloten.
Aedes, de koepelorganisatie voor woningcorporaties, benadrukt dat corporaties zich aan de wet houden en vaak lagere huren vragen dan commerciële verhuurders.
Toch blijft de vraag onbeantwoord waarom corporaties in bepaalde gevallen afwijken van de puntengestuurde huurprijs en waarom zittende huurders niet profiteren van de nieuwe regelgeving.
De situatie waarbij woningcorporaties hogere huren vragen dan volgens het puntenstelsel is toegestaan, roept fundamentele vragen op over hun rol als volkshuisvesters.
Terwijl ze op papier binnen de wet blijven, druisen hun acties in tegen de geest van de Wet Betaalbare Huur, die juist is bedoeld om huurprijzen redelijk en betaalbaar te houden. Juist van corporaties – die in de kritieken van voorstanders van huurregulering vaak als voorbeeld gelden van ‘redelijke verhuurders’ tegenover ‘huisjesmelkers’ – verwachten veel huurders meer.