CPB: woningbouwsubsidies vaak ineffectief op gespannen Nederlandse woningmarkt

Speelgoed

Speelgoed Foto: CNS

  • Het CPB stelt dat woningbouwsubsidies in Nederland meestal een beperkt effect hebben en vooral leiden tot stijgende grondprijzen.
  • De Woningbouwimpuls (WBI) blijft ondanks kritiek een kernonderdeel van het kabinetsbeleid, met €470 miljoen aan steun tot 2029.
  • Structurele knelpunten zoals complexe vergunningprocedures en bouwrestricties remmen het woningaanbod sterker dan subsidies kunnen oplossen.

Woningbouwsubsidies zijn vaak ineffectief in Nederland, zo benadrukt het Centraal Planbureau (CPB) in een recente analyse, waar Binnenlands Bestuur over schrijft. In een markt die nauwelijks prijselastisch is, leiden subsidies eerder tot hogere grondprijzen dan tot een groter woningaanbod.

Subsidies hebben weinig effect wanneer andere obstakels, zoals regelgeving en bouwrestricties, de bouw belemmeren, zo concludeert het CPB.

Deze constatering sluit aan bij eerdere kritiek op de Woningbouwimpuls (WBI), een regeling die in 2019 werd gelanceerd om de bouw van 140.000 extra woningen te stimuleren. In 2022 oordeelde de Algemene Rekenkamer echter dat de subsidie zelden effectief was. Veel projecten zouden ook zonder financiële steun zijn gerealiseerd, wat de toegevoegde waarde van de WBI in twijfel trekt.

Woningbouwimpuls blijft in gebruik

Ondanks deze kritiek blijft de WBI een speerpunt van het overheidsbeleid. Tot 2029 is er €470 miljoen beschikbaar, en vanaf 2026 komt daar een nieuwe ‘realisatiestimulans’ van €1,6 miljard bij. Deze stimulans beloont gemeenten en bouwers voor elke afgebouwde woning.

Hugo de Jonge verdedigde dit beleid als minister door te verwijzen naar een gunstige tussentijdse evaluatie uit 2021. Hij gaf echter toe dat eerdere aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer niet volledig zijn verwerkt.

Een nieuwe evaluatie van de WBI door de Rekenkamer wordt in oktober 2025 verwacht.

Dieperliggende problemen blokkeren groei

Het beperkte effect van subsidies wordt versterkt door structurele problemen in de Nederlandse woningmarkt.

Vergunningprocedures, ruimtelijkeordeningsregels en strikte bouweisen vertragen het bouwproces. Ook de stikstofcrisis heeft een remmend effect.

Zo bleek in de periode 1995-2007 dat huizenprijzen fors stegen, terwijl de nieuwbouwproductie juist afnam. Dit contrast benadrukt dat financiële prikkels alleen onvoldoende zijn om het woningtekort op te lossen.

Hoewel subsidies vaak ineffectief blijken, ziet het CPB mogelijkheden voor gerichte inzet. Denk aan steun voor projecten met onrendabele toppen, zoals binnenstedelijke transformaties of het optoppen en splitsen van woningen. Ook specifieke woningtypen, zoals sociale huur of starterswoningen, kunnen baat hebben bij financiële ondersteuning.