- Het aantal eenpersoonshuishoudens in Nederland neemt toe, wat resulteert in een grotere vraag naar woningen.
- Woningssplitsing wordt gezien als een mogelijke oplossing voor het tekort aan geschikte woningen voor deze doelgroep.
- De gemiddelde woonoppervlakte per persoon verschilt sterk per regio en type huishouden, met de kleinste gemiddelden in de grote steden.
De Nederlandse woningmarkt staat onder druk, mede door de stijging van het aantal eenpersoonshuishoudens. Deze demografische verschuiving vereist een aanpassing in het aanbod van beschikbare woningen.
Het aantal inwoners per woning is inmiddels gedaald van bijna 4 in 1963 naar net iets meer dan 2 in 2023! Het feit dat de samenstelling van huishoudens enorm is veranderd doet al vermoeden dat we eens anders moeten gaan denken over woonruimte.
Met een gemiddelde van 53 vierkante meter woonoppervlakte per Nederlander en significante regionale verschillen, staat de vraag naar meer en diverse woonruimtes centraal in de huidige woningmarktdebatten.
In stedelijke gebieden, en vooral in de Randstad, is de gemiddelde woonoppervlakte per persoon aanzienlijk kleiner dan in minder dichtbevolkte regio’s, zo laten cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) zien.
Amsterdam spant hierbij de kroon met slechts 40 m2 per persoon. Dit contrasteert sterk met de situatie van alleenwonenden, die gemiddeld de meeste woonoppervlakte per persoon hebben, namelijk 88 m2. Echter, in grote steden zoals Amsterdam, Utrecht, en Groningen, ligt dit gemiddelde aanzienlijk lager, onder de 70 m2.
Woningssplitsing als oplossing?
Gezien de toenemende vraag naar kleinere woningen, wordt woningssplitsing gepresenteerd als een haalbare en effectieve oplossing. Het splitsen van bestaande grotere woningen in kleinere eenheden kan helpen om het tekort aan geschikte woningen voor eenpersoonshuishoudens te verminderen.
Dit concept is niet alleen praktisch maar ook duurzaam, aangezien het de bestaande bouwvoorraad optimaliseert zonder dat er nieuw gebouwd hoeft te worden. Zoals we eerder zagen kan het stimuleren van woningssplitsing een significante bijdrage leveren aan het oplossen van het woningtekort.
De variatie in woonoppervlakte per persoon is een belangrijk aspect in de discussie over de woningmarkt.
Paren zonder kinderen wonen bijvoorbeeld in het oosten van het land gemiddeld ruimer dan in het westen. In tegenstelling hiermee hebben paren met kinderen, met name in de Randstad en de grote steden, doorgaans het minste woonoppervlakte per persoon, met gemiddeld 37 m2. Deze cijfers benadrukken de noodzaak van een gedifferentieerd woningaanbod dat inspeelt op de uiteenlopende behoeften van verschillende huishoudens.