- De oorspronkelijke vermogensrendementsheffing was bedoeld als tijdelijke oplossing, maar ontspoorde door politieke keuzes.
- De verwaarlozing van fundamentele belastingprincipes heeft geleid tot wantrouwen en juridische complicaties.
- De belastingmoraal en de rol van fiscalisten staan onder druk door toenemende complexiteit en politieke belangen.
De fiscale situatie rondom box 3 is in de afgelopen jaren uitgegroeid tot een hoofdpijndossier. Wat ooit begon als een pragmatische tussenoplossing, is door politieke opportuniteit verworden tot een juridisch en maatschappelijk probleem.
Het systeem, waarbij vermogen wordt belast op basis van een verondersteld rendement, is lange tijd bekritiseerd vanwege de discrepantie tussen werkelijke en fictieve opbrengsten. Toch bleef een fundamentele hervorming uit.
Fiscalist Leo Stevens, oud kroonlid van de Sociaal-Economische Raad en adviseur van Mark Rutten Willem Vermeend legt in een recent interview met het Financieele Dagblad uit hoe het zover kon komen.
De politiek heeft zich niet gehouden aan de oorspronkelijke intenties van de regeling en de noodzakelijke transitie naar een heffing op werkelijke rendementen is nooit doorgevoerd, ziet hij.
De toeslagenaffaire toonde al aan hoe ondoordachte fiscale wetgeving burgers in de problemen kan brengen, en box 3 is een ander voorbeeld van hoe slecht doordachte belastingmaatregelen kunnen ontsporen.
Opportunisme boven een solide belastingstelsel
De oorspronkelijke vermogensrendementsheffing werd rond de eeuwwisseling ingevoerd als noodoplossing, zegt Stevens. Er was destijds onvoldoende inzicht in waar vermogens zich bevonden en hoe de belastinginning effectief kon worden uitgevoerd.
In plaats van een permanente oplossing, zoals een vermogenswinstbelasting, bleef de politiek vasthouden aan het forfaitaire model. Hierdoor werden spaarders de dupe, vooral toen de rente extreem laag werd en de fictieve rendementen niet meer aansloten bij de realiteit.
Politieke partijen wisten dat een overstap naar een eerlijker model noodzakelijk was, maar de praktijk wees anders uit.
Stevens stelt dat als in de politiek ‘puntje bij paaltje komt’, partijbelangen vaak zwaarder wegen dan de principes van een deugdelijk belastingstelsel.
Een onzorgvuldig belastingstelsel schaadt niet alleen de financiële positie van burgers, maar ook het vertrouwen in de overheid. Daarnaast blijkt uit de box 3-crisis dat belastingmoraal en rechtsgelijkheid onder druk komen te staan.
Dit heeft gevolgen voor de legitimiteit van het hele belastingstelsel en ondermijnt de bereidheid om bij te dragen aan collectieve voorzieningen.
De vastgoedmarkt en de gevolgen van gebrekkige belastingwetgeving
De gevolgen van de scheve situatie zien we overal, maar nu vooral sterkt op de al krappe woningmarkt. Zo’n 58% van de particuliere verhuurders maakt een negatief rendement op sociale en middenhuurwoningen. Zij kijken nu vooral hoe snel ze vaan woningen afkomen, gedreven door fiscale druk, met name door box 3 en de Wet betaalbare huur.
“De verhuurder die meer betaalt in dit systeem dan hij of zij binnenkrijgt, moet geld bijleggen. Dat betekent dat ze meer belasting betalen dan dat er aan inkomsten binnenkomt. Dit is niet meer uit te leggen”, ziet interim-voorzitter van Vastgoed Belang Niek Verra.
Volgens Vastgoed Belang is er pas sprake van écht rechtsherstel als de regering ingrijpt. Ze stellen vijf concrete aanpassingen voor: kosten moeten aftrekbaar worden, ongerealiseerde waardestijgingen mogen niet worden belast, het forfaitaire rendement mag niet verder stijgen, het schuldforfait moet omhoog en de leegwaarderatio moet realistischer worden bepaald.
Zonder deze wijzigingen blijft het stelsel volgens hen onrechtvaardig en schadelijk voor het investeringsklimaat.