- De inflatie in Europa nadert de doelstelling van 2%, maar onzekerheden blijven bestaan, vooral in de dienstensector.
- ECB-president Christine Lagarde geeft aan dat de bank niet te lang zal wachten met het verlagen van de rente, ondanks de risico’s en tegenstrijdige signalen van het IMF.
- De loonstijgingen in Europa moeten matigen om het vertrouwen in de aanpak van de inflatie te vergroten, terwijl kritiek op het timingbeleid van de ECB blijft bestaan.
De recente daling van de inflatie in Europa is hoopvol, aangezien deze een snelle daling richting de doelstelling van 2 procent laat zien.
Tijdens een conferentie in Frankfurt benadrukte Christine Lagarde, president van de Europese Centrale Bank (ECB), woensdag dat de bank zich bewust is van de noodzaak om actie te ondernemen, ondanks dat niet alle signalen gunstig zijn. Dat schrijft macro-econoom Edin Mujagić bij BNR.
Kortom: de ECB wil niet te lang meer wachten met het doorvoeren van renteverlagingen.
De balans tussen actie en voorzichtigheid
De discussie over het moment van renteverlagingen wordt hevig gevoerd. Aan de ene kant is er de urgentie om de economie te stimuleren door de kosten van lenen te verlagen. Aan de andere kant wijzen critici, waaronder macro-econoom Edin Mujagić, op het risico van te vroeg handelen, vooral als de inflatie niet stabiliseert op de gewenste niveaus.
Deze kritiek vindt weerklank in de recente waarschuwingen van het Internationaal Monetair Fonds (IMF), dat adviseert de rente liever te lang hoog te houden dan te riskeren deze te vroeg te verlagen.
Een belangrijk element in de complexiteit rond de inflatiebestrijding zijn de loonstijgingen in Europa.
Deze worden deels gevoed door eerdere vertragingen in het monetaire beleid van de ECB, wat nu resulteert in een catch-22 situatie waarbij loonmatiging nodig is om inflatie onder controle te houden, terwijl tegelijkertijd de economie ondersteund moet worden.