- Sinds 1942 kent Zweden een huurreguleringssysteem, waarbij huren worden vastgesteld op basis van de ‘nuttigheidswaarde’ van appartementen, wat leidt tot aanzienlijk lagere huren in vergelijking met de vrije markt.
- De gemiddelde wachttijd voor een gereguleerd appartement bedroeg in 2022 maar liefst 9,2 jaar, met uitschieters tot 20 jaar in gewilde gebieden.
- In Stockholm liggen de markthuren circa 70% hoger dan de gereguleerde huren, wat de vrije sector ontoegankelijk maakt voor velen.
Hugo de Jonge heeft gisteren zijn nieuwe wetsvoorstel betaalbare huur naar de Tweede Kamer gestuurd. Dit voorstel is gericht op het verbeteren van de betaalbaarheid van huurwoningen in Nederland, maar of dat zo gaat. We kijken nog eens naar een casus uit het rapport van JLL.
Zweden hanteert al sinds 1942 een huurreguleringssysteem, waarbij de huurprijzen gebaseerd zijn op de ‘nuttigheidswaarde’ van een woning. Dit systeem beoordeelt woningen op kenmerken zoals grootte, ontwerp en locatie, vergelijkbaar met het Nederlandse woningwaarderingsstelsel (WWS).
In tegenstelling tot het Nederlandse systeem echter, heeft iedereen in Zweden recht op permanente bewoning van een huurwoning met gereguleerde huur.
Met 30% van de Zweedse woningvoorraad in de huursector, waarvan de helft in handen is van de publieke sector, biedt het land een uniek model van huurregulering.
Een opvallend kenmerk van het Zweedse systeem is de lange wachttijd voor gereguleerde woningen, die in 2022 gemiddeld 9,2 jaar bedroeg, met in sommige populaire gebieden zelfs wachttijden tot 20 jaar. Deze lange wachttijden weerspiegelen de hoge vraag naar deze betaalbare woningen, vooral omdat de gereguleerde huren aanzienlijk lager zijn dan de huren op de vrije markt.
Strenge regulering en de langdurige wachttijden
De Zweedse huurmarkt kampt met aanzienlijke uitdagingen. De strenge regulering en de langdurige wachttijden leiden tot een grote druk op de markt buiten de regulering, waar de huren aanzienlijk hoger liggen. In Stockholm zijn de markthuren bijvoorbeeld tot 70% hoger dan de gereguleerde huren. Dit maakt het voor velen onmogelijk om buiten de gereguleerde sector een betaalbare woning te vinden.
Het Zweedse voorbeeld van huurregulering biedt waardevolle inzichten in de complexiteit van huurmarktregulering.
Net als in eerdere besprekingen over Berlijn, Ierland en Catalonië, laat het Zweedse model zien dat huurreguleringen die niet gepaard gaan met voldoende aanbodvergroting, kunnen leiden tot onbedoelde neveneffecten zoals lange wachttijden en hogere prijzen voor de vrije sector.
Deze voorbeelden benadrukken het belang van een evenwichtige benadering in het huurbeleid, waarbij zowel de regulering van huren als de stimulering van woningaanbod essentieel zijn. Of het model De Jonge daar voor zorgt…