- Huurrecht advocaat Huib Hielkema sluit zich aan bij de kritiek op de ontkenning van Minister De Jonge over het bestaan van een ‘uitpondgolf’.
- Hielkema betoogt dat verhuurders en beleggers, geconfronteerd met dalende rendementen door o.a. box 3-belastingwijzigingen, geneigd zijn hun woningen te verkopen, waardoor de beschikbaarheid van middenhuurwoningen afneemt.
- Hij stelt dat de minister zich schuldig maakt aan wensdenken en waarschuwt voor de gevolgen van het wetsvoorstel op de woningmarkt, vooral voor middeninkomens in grote steden.
Huib Hielkema, van advocaten in huurrecht Hielkema & Co, heeft in een recent opiniestuk stelling genomen tegen de beweringen van Minister Hugo de Jonge over de impact van het Wetsvoorstel betaalbare huur op de vastgoedmarkt.
Volgens de minister zou er geen golf bestaan, een standpunt waar Hielkema duidelijk tegenin gaat.
Volgens Hielkema is de realiteit dat verhuurders en beleggers niet passief blijven bij de vooruitzichten van dalende rendementen. De invoering van het wetsvoorstel, gecombineerd met recente wijzigingen in de box 3-belasting, zou het financieel minder aantrekkelijk maken om huurwoningen in de middenhuursector te behouden. Dit zou leiden tot een toenemende verkoop van deze woningen, zodra de huidige huurders vertrekken, om zo verliezen te minimaliseren.
Hielkema benadrukt de complexiteit en onzekerheid die het wetsvoorstel met zich meebrengt, zoals de mogelijke veranderingen in het woningwaarderingsstelsel (WWS) en de uiteindelijke status van het voorstel als wet.
We zien zo een somber toekomstbeeld waarin het wetsvoorstel, in plaats van de woningnood te verlichten, deze juist verder aanwakkert, vooral voor middeninkomensgroepen in grote steden. Hielkema betoogt dat de enige hoop voor de minister is dat de uitgeponde woningen door essentiƫle beroepsgroepen kunnen worden gekocht, hoewel dit gezien de hoge vastgoedprijzen onwaarschijnlijk lijkt.