De vijf onwaarheden over de woningmarkt waar politici vaak mee weg komen, volgens Erik Verweij

Gezicht op Rotterdam

Rotterdam Foto: djedj / Pixabay

  • Huurwoningen zijn essentieel en vereisen investeerders, stelt het Rotterdamse VVD-raadslid Erik Verweij
  • De markt bouwt alleen woningen die verkocht kunnen worden, ziet hij
  • De overheid is niet per se beter in het voorzien van basisbehoeften.

De woningmarkt is een geliefd thema voor politici, maar vaak blijven discussies steken in simplistische oneliners. Rotterdamse advocaat en VVD-raadslid Erik Verweij fileert op X (Twitter) vijf veelgehoorde argumenten en zet daar nuchtere weerleggingen tegenover.

Zo klinkt vaak dat woningen er zijn “om in te wonen, niet om in te beleggen.” Maar zonder investeerders zijn er simpelweg geen huurwoningen, en de vraag naar huur is groot—ook buiten de sociale sector.

Een andere populaire eis is “meer betaalbare woningen!”. Woningen die écht onbetaalbaar zijn, worden simpelweg niet verkocht, constateert Verweij nuchter. Projectontwikkelaars bouwen pas als er voldoende kopers zijn, en hebben geen belang bij leegstand.

Dan de stelling: “Wonen is een basisbehoefte, geen markt.” Waar, maar dat geldt ook voor voedsel. Niemand pleit ervoor dat de overheid onze boodschappen regelt, dus waarom wel voor woningen? Marktwerking zorgt voor aanbod en keuzevrijheid, ziet het Rotterdamse raadslid.

Ook het idee dat “wonen een recht is, geen markt” is volgens Verweij kort door de bocht. Rechtsbijstand is bijvoorbeeld ook een recht, maar wordt grotendeels geleverd door private advocaten, met overheidssteun waar nodig.

En dan “Stef Blok,” door critici vaak genoemt als eerste boeman van de huidige woningmarkt. Toch heeft juist hij volgens Verweij het aanbod in de vrije huursector fors vergroot, een segment waarin nog steeds schaarste heerst volgens economen.

“Binnenkort een opvolging van dit bericht, want er gaat echt te veel onzin rond over dit belangrijke en urgente probleem”, sluit Verweij zijn zelfbenoemde spreekbeurt af.