- Het woningtekort is momenteel het grootste probleem op de Nederlandse huizenmarkt en zal naar verwachting verder toenemen.
- Hogere rente, strengere regelgeving en een daling van bouwvergunningen leiden tot minder nieuwbouw, terwijl beleggers zich terugtrekken uit de markt.
- Peter Boelhouwer pleit voor daadkrachtig beleid om de bouwproductie te stimuleren en de bestaande woningvoorraad beter te benutten.
De Nederlandse woningmarkt kampt al jaren met een structureel tekort aan woningen. Volgens Peter Boelhouwer, hoogleraar housing systems aan de Technische Universiteit Delft, is dit tekort de laatste jaren verder opgelopen en ligt het nu officieel op 4,9 procent.
Dit betekent dat Nederland momenteel ruim 400.000 woningen te weinig heeft, en deze situatie zal naar verwachting de komende jaren verergeren. In een interview met EW Magazine gaat hij in op de ontstane stituatie.
De oorzaken van het stagnerende bouwproces
Een belangrijke oorzaak van de dalende bouwproductie is de stijgende rente, die veel geplande gebiedsontwikkelingen onder druk zet. Maar volgens Boelhouwer is het probleem complexer.
De focus op binnenstedelijk bouwen, waar tweederde deel van de woningen betaalbaar moet zijn, legt extra druk op projectontwikkelaars. Bovendien kampen gemeenten met een tekort aan ambtenaren, wat leidt tot vertragingen in de planvoorbereiding en uitvoering.
Daarnaast zorgen protesten en bezwaren tegen binnenstedelijke bouwplannen voor langdurige vertragingen. Wanneer plannen hierdoor moeten worden herzien, kan dit leiden tot economische onhaalbaarheid of een mismatch met de veranderende vraag op de woningmarkt.
De afname van de private huursector
Naast het woningtekort zijn er zorgen over de krimpende private huursector. Veel beleggers hebben de afgelopen jaren hun huurhuizen verkocht, wat zorgt voor een verdere afname van het aanbod in de toch al kleine vrije huursector. Deze sector is essentieel voor mensen die net te veel verdienen voor sociale huur, maar geen woning kunnen kopen.
De Wet betaalbare huur, die de middenhuur reguleert, heeft volgens Boelhouwer een averechts effect gehad.
Het reguleren van de huur zonder rekening te houden met de investeringscapaciteit van beleggers leidt ertoe dat particuliere beleggers zich volledig terugtrekken uit de nieuwbouw en transformatie. Dit resulteert in een verminderde beschikbaarheid van huurwoningen en stijgende huurprijzen in de vrije sector.
Peter Boelhouwer richt zijn aandacht op de nieuwe minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Mona Keijzer, met een duidelijke boodschap: zorg dat de bouwproductie op gang komt.
Dit betekent het wegnemen van belemmeringen in het bouwproces, het versnellen van procedures en het versoepelen van regelgeving rondom woningdelers.
Daarnaast wijst Boelhouwer op de noodzaak van een ruimtelijke visie, waarbij pijnlijke keuzes gemaakt moeten worden, vooral ten aanzien van agrarische gebieden. De vraag is echter of de BBB, de partij van Keijzer, bereid is om besluiten te nemen die de agrarische achterban mogelijk zullen schaden.