- De Europese Centrale Bank (ECB) verlaagt het belangrijkste rentetarief in de eurozone met 0,25 procentpunt naar 3 procent.
- Het doel is om de economie te stimuleren door lenen goedkoper te maken en investeringen te bevorderen.
- De impact op consumenten is zichtbaar in dalende spaarrentes en variabele hypotheekrentes.
De Europese Centrale Bank (ECB) heeft opnieuw besloten het belangrijkste rentetarief te verlagen. Met een verlaging van 0,25 procentpunt komt de depositorente, het tarief dat banken betalen om geld bij de ECB te stallen, nu op 3 procent.
Dit is de vierde opeenvolgende verlaging sinds het begin van dit jaar, waarmee het recordniveau van 4 procent is teruggebracht.
De ECB hoopt hiermee de kwakkelende economie van de eurozone te ondersteunen. Lagere rentes maken het voor banken goedkoper om geld te lenen bij de centrale bank, waardoor zij op hun beurt gunstiger leningen kunnen verstrekken aan consumenten en bedrijven. Dit stimuleert uitgaven en investeringen, wat de economie een broodnodige impuls kan geven.
Relatief hoge Nederlandse inflatie
De timing van de renteverlaging roept vragen op in Nederland, waar de inflatie met ongeveer 4 procent hoger ligt dan het Europese gemiddelde. Deze situatie lijkt echter voornamelijk te wijten aan bijzondere omstandigheden, zoals de verhoging van de tabaksaccijns en de forse huurverhogingen. Als je die uitzonderlijke factoren eruit filtert, ligt onze inflatie redelijk in lijn met de rest van Europa.
Lees ook: Verwachte renteverlagingen ECB leiden nu toch to mogelijk lagere verhuurhypotheekrentes
De ECB hoopt met de renteverlaging de eurozone uit economisch zwaar weer te halen, maar de effecten zijn niet gegarandeerd.
Of consumenten en bedrijven daadwerkelijk meer gaan lenen en investeren, hangt af van hun vertrouwen in de economie.
Met de huidige verlaging onderstreept de ECB haar prioriteit: economische groei stimuleren. De vraag blijft echter of deze aanpak voldoende is om de economische motor in de eurozone duurzaam op gang te brengen.