Flexwoningen: oplossing voor woningnood, maar niet zonder kanttekeningen

Appartementen

Appartementen Foto:

  • Het tekort van 400.000 woningen maakt flexwoningen noodzakelijk, maar ze zijn niet voor iedereen.
  • De meeste Nederlanders willen grotere, permanente woningen.
  • Deskundigen waarschuwen dat tijdelijke flexwoningen vaak langer blijven staan dan gepland.

Flexwoningen worden vaak gepresenteerd als dé oplossing voor de acute woningnood in Nederland. Deze compacte, snel te bouwen woningen van 20 tot 50 vierkante meter zijn bedoeld om tijdelijk soelaas te bieden in een oververhitte huizenmarkt.

Toch klinkt er een belangrijke waarschuwing vanuit het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL): plaats ze met mate, want de meeste Nederlanders willen er eigenlijk niet wonen.

Dan blijft wel de vraag; hoe groot is het woningtekort nu echt als mensen de woningen weigeren en huidige bewoners snel doorstromen naar iets groters?

Een noodzakelijke ‘flexibele schil’

Peter Boelhouwer, hoogleraar woningmarkt aan de TU Delft, benadrukt het belang van een flexibele aanpak. “De realiteit is dat het tekort al zo’n 400.000 woningen bedraagt en dat aantal blijft groeien. Daarom heb je een flexibele schil nodig,” zegt hij tegenover EenVandaag.

Flexwoningen kunnen snel worden neergezet en zijn bedoeld als tijdelijke oplossing voor mensen die dringend huisvesting nodig hebben.

Hoewel de gemiddelde woning in Nederland ongeveer 120 vierkante meter groot is, moeten flexwoningen het met beduidend minder doen. “Het zijn veredelde containerwoningen,” legt Boelhouwer uit. “Mensen wonen er relatief kort, dat is ook de bedoeling.”

Voorbeeld uit Amsterdam

In Amsterdam worden flexwoningen al op kleine schaal gerealiseerd. “Mensen willen natuurlijk het liefst meteen in hun ideale woning terechtkomen,” erkent Marjolein Cazemier van woningcorporatie Ymere. “Maar zoveel woningen hebben we nu niet. Dit is een eerste stap.”

Cazemier benadrukt dat deze woningen wel flexibel blijven: “Na de vijftien jaar dat ze hier mogen staan, kunnen we ze verplaatsen naar een andere tijdelijke of zelfs permanente locatie. Op die manier blijven ze beschikbaar voor de huurmarkt.”

Boelhouwer waarschuwt dat deze tijdelijke woningen vaak veel langer blijven staan dan gepland. “Dit hebben we eerder meegemaakt, na de Tweede Wereldoorlog,” zegt hij. “Toen werden ook veel tijdelijke woningen gebouwd, die vervolgens decennialang bleven staan.” Een bekend voorbeeld is De Wielewaal in Rotterdam, waar noodwoningen uiteindelijk veel langer werden bewoond.

Dit scenario wil men in de huidige woningcrisis vermijden, maar de omvang van de noodzaak maakt het lastig. De flexibiliteit van de woningen is bedoeld om ze te verplaatsen, maar de vraag blijft of dat in de praktijk voldoende zal gebeuren.