- In 2026 wordt het forfaitair rendement met 1,78% verhoogd, wat leidt tot een belastingdruk van 2,8% over vermogen.
- Beleggers in vastgoed kunnen niet eenvoudig overstappen naar box 2, in tegenstelling tot andere beleggingen.
- Het besef dat de huidige belastingdruk onhoudbaar wordt, lijkt langzaam door te dringen in de politiek.
Het Overbruggingsstelsel in box 3 biedt beleggers de mogelijkheid om te kiezen tussen een forfaitaire berekening en een belasting op basis van het ‘werkelijke rendement’.
Dit lijkt een eerlijke keuze, maar in de praktijk blijkt het begrip ‘werkelijk rendement’ door de Hoge Raad anders geïnterpreteerd te worden dan veel vastgoedbeleggers zouden verwachten, schrijft Luc van Dijk, fiscalist en partner bij RechtStaete Vastgoedadvocaten en Belastingadviseurs, op LinkedIn.
Onderhoudskosten zijn niet aftrekbaar en ook de waardestijging van het vastgoed – op basis van het voorgaande jaar – telt mee.
Tegelijkertijd lonkt een nieuw box 3-stelsel dat voor vastgoedbeleggers gunstiger zou kunnen uitpakken. Maar zoals eerder werd opgemerkt: als iets te mooi lijkt om waar te zijn, is dat vaak ook zo.
Forfait stijgt naar 7,77% in 2026
Om de belastinginkomsten te waarborgen, heeft het ministerie van Financiën besloten het forfaitaire rendement in 2026 met 1,78% te verhogen. Dit brengt het totaal op 7,77%, belast tegen het huidige tarief van 36%, ziet Van Dijk. Dit betekent dat beleggers effectief 2,8% over hun vermogen in box 3 betalen.
Hoe zit het ook alweer? Voor beleggers in aandelen, obligaties of goud is er een uitweg: zij kunnen hun beleggingen zonder hoge kosten onderbrengen in een bv en daarmee box 2-belasting betalen.
Voor vastgoedbeleggers is dit geen optie. Vanwege de hoge overdrachtsbelasting (momenteel 10,4%) is het financieel onaantrekkelijk om vastgoed naar een bv over te hevelen.
Mogelijke oplossingen: vermogensbelasting of belasting op pensioenpotten?
Het besef dat de huidige belastingdruk onhoudbaar wordt, lijkt langzaam door te dringen in de politiek. Er wordt nagedacht over een tijdelijke vermogensbelasting als tussenoplossing.
Een andere suggestie is het belasten van pensioenfondsen.
Werknemers bouwen via hun werkgever fiscaal vriendelijk pensioen op, terwijl zelfstandigen en andere beleggers hun vermogen zonder belastingvoordelen moeten opbouwen. Een belasting op de nieuwe ‘persoonlijke pensioenpotjes’ zou volgens sommigen eerlijker zijn.