- De VNG bekritiseert het voorstel om permanente bewoning van recreatiewoningen verplicht toe te staan, vanwege beperkte effectiviteit bij het woningtekort.
- Gemeenten verliezen regie en wijzen op hoge administratieve lasten en tegenstrijdigheid met eerdere afspraken.
- De VNG benadrukt het belang van maatwerk en waarschuwt voor inperking van ondernemingsvrijheid van parkeigenaren.
Het voorstel van de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) om gemeenten te verplichten permanente bewoning van recreatiewoningen onder voorwaarden toe te staan, leidt tot forse kritiek van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Dat schrijft Binnenlands Bestuur.
Volgens de VNG zal deze instructieregel weinig bijdragen aan het oplossen van de woningnood en leidt het tot verlies van regie voor lokale overheden.
Strijdig met eerdere afspraken
De VNG benadrukt dat het voorstel van de minister indruist tegen eerder gemaakte afspraken, zoals de Actieagenda Vakantieparken. Hierin ligt een focus op maatwerk en transformatie van parken zonder toekomstperspectief naar woonwijken. Vakantieparken verschillen sterk van elkaar, waardoor een landelijke verplichting volgens de VNG niet realistisch is.
Ook de ondernemingsvrijheid van parkeigenaren komt onder druk te staan. Het verstrekken van permanente verblijfsvergunningen kan transformatieplannen van parken bemoeilijken.
Daarnaast biedt de Omgevingswet al een juridisch kader voor persoonsgebonden vergunningen, waardoor gemeenten nu maatwerk kunnen leveren. Een verplichte landelijke regel zou deze flexibiliteit tenietdoen.
De VNG roept de Kamer op het voorstel niet te steunen en het belang van lokale regie en maatwerk te waarborgen.
Men wijst er ook op dat het behandelen van aanvragen onevenredig veel ambtelijke capaciteit vraagt, zonder dat het de woningnood wezenlijk vermindert.