‘Je bent geen loopjongen van vastgoedcowboys als je je boos maakt om de impact van de overregulering van de huurwoningmarkt’, zegt Rotterdams raadslid Erik Verweij

Sterflats in Rotterdam

Flat in Rotterdam Foto: CNS

  • Het Rotterdamse VVD-raadslid Erik Verweij uit scherpe kritiek op de almaar toenemende overheidsmaatregelen die het aanbod van vrije sectorhuurwoningen onder druk zetten.
  • Hij stelt dat deze regelgeving juist de woningzoekende schaadt, doordat het mobiliteit belemmert, woningdeling ontmoedigt en kwetsbare huurders in de knel brengt.
  • Volgens Verweij dragen vrije sectorwoningen bij aan een flexibele woningmarkt, en is het onjuist om pleidooien voor deregulering weg te zetten als belangenbehartiging voor verhuurders.

Erik Verweij, advocaat en raadslid voor de VVD in Rotterdam, maakt zich al jaren hard tegen wat hij noemt een overdaad aan regelgeving op de huurmarkt. Waar sommigen hem wegzetten als pleitbezorger van ‘verhuurders met belangen’, benadrukt Verweij in een post op LinkedIn dat zijn kritiek juist voortkomt uit bezorgdheid over de woningzoekende.

De overheidsmaatregelen, van opkoopbescherming tot verhuurvergunningen, zouden volgens hem het aanbod van huurwoningen in de vrije sector zodanig beperken dat de gehele woningmarkt ontwricht raakt.

Het gaat Verweij niet om het lot van verhuurders. Die hebben volgens hem genoeg middelen om hun posities veilig te stellen: zij kunnen hun woningen verkopen en elders investeren. Het echte probleem, zegt hij, ligt bij de mensen die buiten de boot vallen.

Hij ziet een viertal probleempunten:

  1. Arbeidsmobiliteit: Een goed aanbod in de vrije huursector maakt het makkelijker om voor werk te verhuizen.
  2. Woningdelen: Huurwoningen zijn beter te delen dan koopwoningen en helpen zo bij het efficiënt gebruiken van de woningvoorraad.
  3. Middeninkomens: Mensen die te veel verdienen voor sociaal huren, maar niet kunnen kopen, zijn afhankelijk van vrije sectorhuur.
  4. Levensfase-flexibiliteit: In periodes van verandering – zoals samenwonen, scheiden of na de studie – is huren vaak de meest logische keuze.

Vrije sector draagt bij aan een dynamische economie

Een goed functionerende vrije huursector is volgens Verweij essentieel voor een gezonde arbeidsmarkt. Mensen die voor werk willen verhuizen, moeten ergens kunnen wonen. Als dat door schaarste in de vrije sector niet lukt, kiezen zij er vaak voor om hun carrièremogelijkheden te laten schieten. Werkgevers raken daardoor goede mensen kwijt, en de economie als geheel verliest aan dynamiek.

In Nederland is het aandeel vrije sectorwoningen met minder dan 8% bijzonder laag, zeker in vergelijking met buurlanden als België en Duitsland. De beperkte omvang van deze sector maakt de markt log en weinig flexibel.

Woningdelen en doorstroming raken ondergesneeuwd

Daarnaast benadrukt Verweij het belang van woningdelen. Huurwoningen zijn daar uitermate geschikt voor, terwijl koopwoningen zelden worden gedeeld. Door het delen van woningen wordt de bestaande voorraad veel efficiënter benut, iets dat juist nu, gezien het woningtekort en de trage realisatie van nieuwbouw, van groot belang is.

De huidige reguleringsdrang lijkt daar echter geen oog voor te hebben. In plaats van slim gebruik van bestaande ruimte, wordt het aanbod verder beperkt en de woningmarkt verstijfd.

Huurders tussen wal en schip

Een onderbelicht gevolg van overregulering is de positie van de middeninkomens. Mensen die te veel verdienen voor een sociale huurwoning, maar onvoldoende kapitaal hebben om te kopen, zijn volledig afhankelijk van de vrije sector. Precies die sector staat nu onder druk.

Wanneer huurwoningen verdwijnen omdat ze worden verkocht, profiteren vooral starters met financiële rugwind. De oorspronkelijke huurders blijven achter zonder alternatieven. Volgens Verweij wordt hiermee een groeiende groep woningzoekenden eenvoudigweg vergeten in het politieke debat.

Flexibiliteit wordt bestraft

Verweij sluit zijn betoog af met een oproep tot realiteitszin: huren is vaak simpelweg de meest logische keuze. Of je nu uit een relatie komt, net bent afgestudeerd, of tijdelijk in een andere stad werkt; in al deze levensfasen biedt huren uitkomst.

“Dus nee, je bent geen loopjongen van vastgoedcowboys als je je boos maakt om de impact van de overregulering van de huurwoningmarkt”. Het zo stigmatiseren van de vrije sector miskent de realiteit, ziet Verweij.

Wie pleit voor een strengere regulering zonder een goed alternatief te bieden voor het dalende aanbod, draagt volgens Verweij niet bij aan een oplossing – maar aan het probleem.