- Het kabinet wil gemeenten verplichten om tien jaar lang bewoning van vakantieparken toe te staan voor mensen die daar al vóór 16 mei 2024 woonden.
- De maatregel is bedoeld om bijna 60.000 bewoners meer rechtszekerheid te geven in tijden van woningnood.
- Gemeenten verliezen hiermee tijdelijk hun eigen regie, wat eerder al op kritiek stuitte van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
Woonminister Mona Keijzer (BBB) heeft een concept-instructie gepubliceerd waarin staat dat gemeenten gedurende tien jaar permanente bewoning van vakantieparken moeten toestaan.
Deze maatregel geldt alleen voor personen die al voor of op 16 mei 2024 in een recreatiewoning woonden, dit schrijft Binnenlands Bestuur.
De instructie is een uitwerking van het coalitieakkoord, waarin het tijdelijk gedogen van deze woonvorm werd voorgesteld als oplossing voor de woningnood.
Op dit moment hebben gemeenten nog zelf de bevoegdheid om te beslissen over permanente bewoning van recreatiewoningen. Die regie wordt hen met dit voorstel deels ontnomen, wat bij eerdere gelegenheden al leidde tot bezwaren vanuit lokale overheden.
Woningnood drijft beleidswijziging
Volgens de toelichting op het voorstel wonen momenteel bijna 60.000 mensen in een recreatiewoning. Voor velen is dit geen bewuste keuze, maar een noodoplossing vanwege het gebrek aan beschikbare en betaalbare reguliere woonruimte. De mogelijkheid dat zij hun woning zouden moeten verlaten, wordt als onwenselijk en stressvol gezien.
Om de situatie beheersbaar te houden, stelt de minister nadrukkelijk dat de regeling niet bedoeld is voor mensen die zich na 16 mei 2024 in een recreatiewoning vestigen.
Dat zou kunnen leiden tot een onverwachte toename in de vraag naar recreatief vastgoed voor permanente bewoning.
De periode van tien jaar waarin gemeenten het verblijf moeten toestaan, begint te lopen zodra de instructie formeel van kracht wordt, vermoedelijk in 2026. Acht jaar na inwerkingtreding zal het kabinet evalueren of de regeling nog noodzakelijk is. Indien dat niet het geval is, krijgen gemeenten in 2036 hun beslissingsbevoegdheid terug.