Gevolgen van huurbevriezing dwingen tot ingrijpen beperken zich niet alleen tot nieuwbouw maar plagen ook zittende corporatie-huurders

Jong stel

Jong stel Foto: CNS

  • Woningcorporaties verliezen door de huurbevriezing forse inkomsten, met directe gevolgen voor investeringen in nieuwbouw en verduurzaming.
  • Deze financiële tegenvaller betekent uitstel of schrappen van onderhoud en renovatie, wat huurders en woningzoekenden direct raakt.
  • Alternatieve maatregelen, zoals woningverkopen of extra leningen, bieden weinig soelaas en stuiten op maatschappelijke of financiële grenzen.

Woningcorporaties staan onder zware financiële druk als gevolg van de aangekondigde huurbevriezing. Bij een corporatie als Eigen Haard loopt het verlies aan huurinkomsten voor dit jaar al op tot zeven miljoen euro. Voor 2025 wordt gerekend op een tekort van ruim 21 miljoen euro.

Kijken we naar de periode tot 2035, dan blijkt dat de structurele schade aanzienlijk is: zo’n 275 miljoen euro minder aan huurinkomsten, wat resulteert in een daling van de operationele kasstroom met 256 miljoen euro, dat schrijft Nul20 in een interview met Judith van der Bijl, directeur Finance & Control van Eigen Haard.

Die kasstroom is essentieel voor het betalen van rente en vormt een belangrijke graadmeter voor de financiële gezondheid van corporaties. Valt die terug, dan neemt de mogelijkheid om geld te lenen drastisch af. Dit zet een directe rem op de investeringscapaciteit.

Schrappen in plannen: minder nieuwbouw, uitgesteld onderhoud

De ICR-norm (Interest Coverage Ratio), een indicatie van hoe vaak een corporatie de rente kan betalen uit operationele kasstromen, dreigt bij ongewijzigd beleid onder de minimale grens van 1,4 te zakken.

Om dit te voorkomen, is bijsturing noodzakelijk. Dat betekent minder investeren in nieuwbouw, onderhoud en verduurzaming.

Voor zittende huurders kan dit betekenen dat afgesproken renovaties of verduurzamingen worden uitgesteld.

Voor woningzoekenden wordt de wachttijd langer doordat geplande nieuwbouwprojecten worden uitgesteld of geschrapt. Omdat de tijdslijnen in de vastgoedontwikkeling lang zijn, is herstel van deze vertragingen niet eenvoudig. WSW en de Autoriteit Woningcorporaties verwachten van 140 woningcorporaties dat zij snel hun financiële huishouding op orde brengen.

Geen eenvoudige uitwegen beschikbaar

Hoewel het verhogen van het leningplafond of de verkoop van sociale huurwoningen als mogelijke oplossingen klinken, bieden die weinig directe verlichting.

Extra lenen kan alleen als de operationele kasstroom voldoende blijft, en dat is nu juist het probleem. Verkoop van woningen is maatschappelijk en politiek gevoelig, zeker in tijden van woningnood.

Ook baten als de mogelijk lagere vennootschapsbelasting zijn voorlopig onzeker en leveren vooral op de lange termijn wat op. Bovendien helpen deze meevallers niet bij het vergroten van de structurele leencapaciteit, aangezien geldverstrekkers naar duurzame inkomsten kijken.

De huurbevriezing lijkt op korte termijn een gunstige maatregel voor huurders, maar veroorzaakt bij woningcorporaties een financiële krimp die uiteindelijk het woningaanbod en de kwaliteit raakt.

Zonder structurele compensatie dreigt een scenario waarin investeringen stilvallen en corporaties hun maatschappelijke opdracht niet langer kunnen waarmaken.