- Grote vastgoedbeleggers en projectontwikkelaars pleiten voor stabiliteit in de huurwetgeving om investeringszekerheid te behouden.
- Particuliere verhuurders stoten juist huurwoningen af, waardoor het middenhuursegment krimpt.
- Een bredere aanpak is nodig, met fiscale stimulansen en flexibilisering van huurcontracten.
Een opsteker voor minister Mona Keijzer: grote vastgoedbeleggers en projectontwikkelaars roepen haar op om de Wet Betaalbare Huur niet verder aan te passen. Dat schrijf het Financieele Dagblad.
Volgens partijen zoals IVBN (institutionele beleggers) en Neprom (projectontwikkelaars) zorgt de wet al voor onzekerheid, en verdere veranderingen zouden investeringen in de huurmarkt volledig stil kunnen leggen.
Hoewel er veel kritiek is op de huurwet, vrezen investeerders dat het opnieuw aanpassen van de regels leidt tot nog langere periodes van onzekerheid.
Dit zou niet alleen bestaande investeringen raken, maar ook de bouw van nieuwe middenhuurwoningen verder belemmeren. Volgens vastgoedpartijen willen investeerders en ontwikkelaars vooral “sommetjes kunnen maken” – oftewel: helderheid over de financiële haalbaarheid van huurprojecten.
Huurwet onder vuur, maar niet alle beleggers pleiten niet per se voor afschaffing
Veel beleggers stellen dat de Wet betaalbare huur, averechts werkt, omdat verhuur hierdoor onrendabel wordt. Toch pleiten de meeste grote partijen niet voor afschaffing, maar voor stabiliteit en langetermijnbeleid.
ASR Real Estate is een uitzondering en wil de wet helemaal geschrapt zien, terwijl andere grote partijen zoals Vesteda en Greystar benadrukken dat investeren in middenhuur nog steeds mogelijk is – mits er voldoende ruimte blijft voor vrije sectorwoningen binnen projecten, zo schrijft het FD. Volgens hen is de uitdaging niet zozeer de wet zelf, maar de stapeling van fiscale lasten en beperkingen.
Terwijl grote beleggers pleiten voor rust in de regelgeving, speelt zich aan de andere kant van de markt een ander fenomeen af. Particuliere verhuurders, die samen verantwoordelijk zijn voor een aanzienlijk deel van de huurmarkt, trekken zich juist terug.
“Moegestreden door het woud aan onbegrijpelijk wetten en regels met als toetje boetes die er niet om liegen!”, zoals ondernemer en eigenaar van Vastgoed.app Alexander Visser zegt.
De afgelopen jaren hebben strengere regelgeving en hogere belastingen ervoor gezorgd dat kleine verhuurders steeds minder perspectief zien. Door de stijgende vermogensbelasting en de Wet betaalbare huur wordt het steeds minder aantrekkelijk om een woning te verhuren.
Het gevolg is dat veel particuliere verhuurders hun panden verkopen aan eigenaar-bewoners. Hierdoor krimpt het aantal middenhuurwoningen en wordt de toegang tot de huurmarkt voor starters en middeninkomens juist lastiger.
Consistentie versus flexibiliteit
De discussie rondom de huurwet toont een duidelijke tegenstelling tussen grote en kleine verhuurders, zo zien we weer.
Grote beleggers en ontwikkelaars benadrukken het belang van een stabiel investeringsklimaat en pleiten vooral voor fiscale aanpassingen. Particuliere verhuurders daarentegen voelen zich vastgezet door het huidige beleid en verlaten de markt.
Dit roept de vraag op of de huurmarkt gebaat is bij meer flexibiliteit. Naast fiscale maatregelen zouden aanpassingen in huurcontracten kunnen helpen om verhuur aantrekkelijker te maken.
Een bredere aanpak, waarbij zowel grote als kleine verhuurders perspectief krijgen, lijkt noodzakelijk om het middenhuursegment in stand te houden.