- De Tweede Kamer debatteert komende week over het voorstel van woonminister Hugo de Jonge om een huurplafond in te voeren, wat voor veel huurders de huurprijs zou verlagen.
- Het voorstel heeft veel kritiek ontvangen, vooral van vastgoedbeleggers, maar de Jonge verdedigt het plan als een noodzakelijke correctie op de markt.
- De Jonge benadrukt in een interview nogmaals zijn visie en vindt dat het belangrijk is de effecten van de we te monitoren, om tijdig aanpassingen te kunnen maken indien nodig.
Aankomende week staat voor de Nederlandse politiek in het teken van een potentieel baanbrekende verandering in de huurmarkt.
Woonminister Hugo de Jonge heeft na twee jaar voorbereiding zijn voorstel voor de Wet betaalbare huur ingediend bij de Tweede Kamer, waarin een nieuw huurplafond wordt voorgesteld voor middenhuurwoningen. Dit voorstel zou de huren van 300.000 woningen kunnen verlagen en een nieuwe sector van gereguleerde middenhuur creëren.
In een interview met het Financieele Dagblad licht De Jonge zijn visie nogmaals toe en hekelt hij kritieken van ‘huizenbeleggers’.
De Jonge beweert in ieder geval ook dat ondanks ‘allerlei gegoochel met cijfers’, de verkoop van woningen afgelopen jaar op een historisch laag niveau lag. Dit toot volgens hem aan dat er geen sprake is van een massale verkoopgolf van huurwoningen.
Hij voegt eraan toe dat de lichte toename van verkopen door particuliere beleggers aan woningeigenaren enkel bewijst dat deze woningen behouden blijven op de markt.
Brede weerstand tegen plannen van De Jonge
Volgens De Jonge zijn de huidige huurprijzen voor veel Nederlanders niet meer betaalbaar, wat hem heeft gedreven tot dit wetsvoorstel. De bovengrens voor de middenhuur zou volgens het nieuwe voorstel komen te liggen op 186 punten in het woningwaarderingsstelsel, wat neerkomt op ongeveer €1100 per maand.
Ook institutionele instanties zoals De Nederlandsche Bank en de Raad van State hebben hun zorgen geuit over de mogelijke negatieve impact op investeringen in nieuwbouw.
Lees ook: Kritiek op het beleid van Hugo de Jonge zwelt aan – en niet zo’n beetje ook
Desondanks denkt De Jonge stevig genoeg in zijn schoenen te staan. Hij gelooft dat de kritiek juist aantoont dat de wet zijn doel zal bereiken, namelijk het beschermen van huurders, zo lezen we nu ook in het FD.
‘Boosheid huizenbeleggers is egoïsme’
Opvallend is de persoonlijke aard van sommige kritiek, die De Jonge toeschrijft aan egoïsme van particuliere verhuurders.
Hij beweert dat een deel van de verhuurders meer vraagt dan hun woning waard is, en ziet de wet als een middel om dit onevenwicht te corrigeren.
Deze correctie zou sommige verhuurders direct in hun portemonnee raken, wat de emoties hoog doet oplopen.
De Jonge onderstreept wel het belang van het monitoren van de wet, met name de effecten op de nieuwbouw. Hij is bereid om aanpassingen te doen als blijkt dat de regulering daadwerkelijk de bouw van nieuwe huurwoningen belemmert.