Hugo de Jonge: het was niet de bedoeling dat zoveel verhuurders zich aangesproken voelden

Hugo de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Foto: Beeld: ©RVD – Valerie Kuypers en Martijn Beekman

  • Oud-minister Hugo de Jonge nuanceert zijn eerdere harde uitspraken over particuliere vastgoedbeleggers.
  • Hij benadrukt dat zijn kritiek gericht was op een kleine groep verhuurders met excessen, en niet op de brede sector.
  • De Jonge blikt terug op het verhitte debat rondom de huurregulering en erkent dat zijn woorden breder zijn opgevat dan bedoeld.

Als minister van Volkshuisvesting maakte Hugo de Jonge zich sterk voor ‘betaalbaar wonen’ en strakkere regulering van de huurmarkt. Zijn wetsvoorstel om middenhuurwoningen onder een huurplafond te brengen, stuitte op felle weerstand uit de vastgoedsector. Particuliere verhuurders reageerden massaal, en niet zelden emotioneel, op de scherpe toon van de minister.

De Jonge sprak destijds over “egoïsme” bij beleggers die zich verzetten tegen wetgeving tegen woekerhuren.

Inmiddels, enkele maanden na zijn vertrek uit Den Haag, blikt hij terug op zijn uitspraken. In een recent interview met het Financieele Dagblad doet hij zijn verhaal.

Hij maakt in het interview een belangrijke kanttekening: zijn kritiek was vooral bedoeld voor een kleine groep verhuurders die overduidelijk grenzen overschreed. Het was nooit zijn bedoeling dat de gehele sector zich aangesproken zou voelen.

Volgens De Jonge probeerde hij altijd de nuance te bewaren, maar erkent hij dat dit door velen anders is ervaren.

Verhitte reacties op huurplafondwet

De discussie rondom het huurplafond was een van de meest polariserende dossiers tijdens De Jonges ministerschap. Vooral particuliere beleggers voelden zich weggezet als profiteurs, terwijl velen van hen ook streven naar een fatsoenlijk rendement binnen redelijke grenzen.

De Jonge hield in zijn communicatie vast aan een directe benadering. In zijn ogen kon hij geen beleid maken op basis van de roep om harmonie: duidelijke keuzes vragen om duidelijke taal.

Toch erkent hij nu dat deze helderheid soms de schijn van generalisatie opriep, en dat het gevoel van stigmatisering breder werd gevoeld dan hij beoogde.

Een dossier dat blijft doorwerken

Hoewel De Jonge zich voorlopig terugtrekt uit de Haagse politiek en geen ambities voor een volgend kabinet uitspreekt, blijft zijn woonbeleid de sector bezighouden.

De voorstellen die hij in gang zette, waaronder de Wet betaalbare huur, zijn nog steeds onderwerp van debat en wachten op verdere politieke afhandeling.

Met zijn reflectie laat De Jonge zien dat hij terugkijkt op zijn beleid met zowel overtuiging als zelfinzicht. De boodschap aan de sector lijkt helder: de strijd tegen excessen was doelgericht, maar wie zich onterecht geraakt voelde, was niet de beoogde ontvanger van zijn felle woorden.