- Berichtgeving over huisjesmelkerij in Den Haag schetst een schrijnend beeld, maar laat cruciale vragen onbeantwoord over de omvang, ontwikkeling en oorzaken van het probleem.
- Er ontbreekt inzicht in welke verhuurders verantwoordelijk zijn, hoe vaak overtredingen worden geconstateerd en welke maatregelen daadwerkelijk worden genomen om misstanden aan te pakken.
- De timing van het artikel roept vragen op over de invloed op het politieke debat, aangezien het verschijnt vlak voordat besluiten worden genomen over huurregulering en sectorbeleid.
De recente berichtgeving over misstanden in de Haagse huurmarkt bij de NOS schetst een schrijnend beeld van uitbuiting door verhuurders. Hoge huren, overbewoning en gebrekkige hygiëne worden als voorbeelden genoemd van huisjesmelkerij.
Toch roept de reportage meer vragen op dan ze beantwoordt. Zonder gedegen cijfers en context blijft het lastig om de ernst van de situatie goed in te schatten.
Belangrijke vragen blijven onbeantwoord. Hoe vaak komt de Haagse pandbrigade dit soort situaties tegen op jaarbasis? Is er sprake van een toename of juist een afname van misstanden? En wat zijn de oorzaken van deze ontwikkelingen? Het artikel laat na om in te gaan op deze essentiële gegevens.
Arnoud Vlak, managing director bij Public Value, vraagt zich ook het een en ander af en zet dat op LinkedIn op een rijtje.
Wie zijn de verantwoordelijke verhuurders?
Zeker, we zien soms schrijnende omstandigheden, maar is dit het hele beeld van de markt? Waar gaat het echt om bij gemiddelde huurders in Nederland?
Het ontbreekt een analyse van welke type verhuurders betrokken zijn bij de geconstateerde overtredingen. “Bij welk type van eigenaar/verhuurder doen zich deze situaties voor: woningcorporaties, bedrijfsmatige private verhuurders, particuliere verhuurders, huurders die hun woning onderverhuren?”, vraagt Vlak zich af.
Zonder deze informatie is het moeilijk om conclusies te trekken over systematische problemen binnen de sector.
Ook blijft onduidelijk hoe groot het probleem is in verhouding tot het totale aantal huurwoningen in Den Haag. Een vergelijking met eerdere jaren zou inzicht kunnen bieden in trends, maar zulke cijfers ontbreken volledig.
Handhaving en de impact van nieuwe wetgeving
Belangrijk: hoewel de reportage aandacht besteedt aan de handhaving door gemeenten, wordt niet vermeld hoeveel van de geconstateerde overtredingen daadwerkelijk leiden tot bestuurlijke of strafrechtelijke maatregelen.
Evenmin wordt er ingegaan op recidive: in hoeveel gevallen blijven verhuurders de regels overtreden ondanks eerdere waarschuwingen of boetes?
En, “heeft de Wet Goed Verhuurderschap die sinds 1 juli 2023 in werking is getreden verbetering in de situatie gebracht?”, vraagt ook Vlak. Zijn er minder overtredingen sinds deze wetten van kracht zijn? Of blijken de regels moeilijk te handhaven?
Al deze vragen zijn cruciaal om te bepalen of nieuw beleid daadwerkelijk verbetering brengt of dat verdere aanscherping nodig is.
“het opzwepen van beeldvorming, stigma en negatieve emoties”, noemt Vlak het geheel dan ook.
Het schetsen van extreme voorbeelden zonder bredere context kan het publieke debat beïnvloeden zonder dat de daadwerkelijke schaal van het probleem duidelijk wordt, vindt Vlak.
Zonder concrete cijfers en diepgravende analyse blijven in ieder gval achter met een beperkt beeld van de Haagse huurmarkt.
“Waarom precies op het moment dat een Kamerbrief van Mona Keijzer [..] verwacht wordt waarin zij inzicht geeft in de aanpassingen die zij overweegt ter mitigering van die elementen van de Wet Betaalbare Huur die het aanbod van huurwoningen onnodig doet krimpen?”, besluit Vlak.