Huurbevriezing doorkruist de afspraken uit het woonakkoord

Stel in appartement

Stel in appartement Foto: CNS

  • De recente huurbevriezing doorkruist fundamenteel de afspraken uit het woonakkoord en zet de woningbouwambities van het kabinet op losse schroeven.
  • Corporaties verliezen miljarden aan investeringsruimte, wat de geplande bouw van tienduizenden sociale huurwoningen ernstig bedreigt.
  • De politieke besluitvorming rondom de voorjaarsnota laat een gebrek aan integraliteit zien, wat schadelijk uitpakt voor zowel huurders als woningzoekenden.

De afspraken uit de voorjaarsnota 2025 hebben een schokgolf veroorzaakt in de volkshuisvesting. Waar het kabinet eerder nog inzet op grootschalige nieuwbouw en een versterking van de sociale huursector, maakt de bevriezing van sociale huren voor twee jaar die ambities praktisch onuitvoerbaar. Compensatie voor gemiste inkomsten is er maar mondjesmaat.

Volgens signalen uit de sector verdampt hierdoor jaarlijks meer dan een miljard euro aan directe inkomsten bij woningcorporaties, met een veelvoud aan verloren investeringscapaciteit tot gevolg.

De timing van deze maatregel is extra wrang, aangezien er nog maar vier maanden geleden intensieve afspraken zijn gemaakt tussen het Rijk, corporaties en andere partijen over een versnelde woningbouwproductie.

“En dan komt als een duveltje uit een doosje een pyromaan die het hele bouwwerk in de fik steekt. Want dat is de consequentie van twee jaar huurbevriezing van sociale huurwoningen”, zoals emeritus hoogleraar Johan Conijn het in een column voor PropertyNL noemt.

De huurbevriezing dreigt de akkoorden volledig onderuit te halen, terwijl het woningtekort nijpender is dan ooit.

Financieel gat dreigt langdurig

Laten we alles nog eens onder elkaar zetten.

Hoewel er gesproken wordt over tijdelijke compensatie, blijft het effect op de meerjarenramingen desastreus. Het gat in de begroting van woningcorporaties is structureel en raakt meer dan alleen sociale huurprojecten.

Omdat veel nieuwbouwprojecten gemengd zijn opgezet, lopen ook middenhuur en koopsegmenten risico op vertraging of annulering. De beleidswijziging is daarmee niet alleen een probleem voor de corporaties zelf, maar voor de gehele bouwketen.

Bovendien blijkt uit analyse dat het bevriezen van huren geen effectief instrument is om armoede te bestrijden. Het voordeel van lagere huren verdampt voor een groot deel via lagere huurtoeslagen, ziet Conijn, terwijl het geld dat corporaties mislopen niet wordt herverdeeld in de keten.

Zowel onderhoud als verduurzaming en nieuwbouw worden geraakt, met als eindresultaat dat huurders en woningzoekenden de dupe zijn.

Eenzijdige besluitvorming leidt tot instabiliteit

De wijze waarop de bevriezing tot stand is gekomen, via onderhandelingen tussen fractievoorzitters, buiten de ministers om, voedt de kritiek op de bestuurlijke aanpak. De spanning tussen politieke profilering en bestuurlijke continuïteit komt opnieuw aan het licht.

In een politiek klimaat waarin compromissen vaak leidend zijn, lijken inhoudelijke doelen, zoals het oplossen van de woningnood, ondergeschikt geraakt.

De column van Conijn legt de vinger op de zere plek. Hij spreekt van ‘vandalisme in de polder’, doelend op de destructieve werking van ad-hoc huurbeleid op zorgvuldig opgebouwde langetermijnafspraken. Volgens Conijn is het niet de eerste keer dat inkomensbeleid wordt gevoerd via de volkshuisvesting, met telkens dezelfde negatieve uitkomst: minder woningen, minder kansen voor woningzoekenden, en structurele onzekerheid voor uitvoerende partijen.

“De actieve lobby van de Woonbond en haar leden heeft succes gehad en ze is blij met twee jaar huurbevriezing”, constateert Conijn verder.

“Het zou goed zijn als de Woonbond voortaan een integrale afweging maakt als ze de belangen van huurders en woningzoekenden behartigt en niet een partiele, die alleen kijkt naar de hoogte van de huurstijging”.