Huurders hebben steeds minder kans op een koopwoning – ‘geen maatregelen nemen die sympathiek klinken, maar onsympathiek uitwerken’

Jonge man bij appartementen

Jonge man bij appartementen Foto: CNS

  1. De huizenprijzen in Nederland blijven stijgen, waardoor huurders steeds minder toegang hebben tot de koopmarkt.
  2. Het inkomensverschil tussen huurders en eigenwoningbezitters is bijna 58%, wat de drempel voor huurders om een woning te kopen aanzienlijk verhoogt.
  3. Slechts 9% van de huurders heeft een inkomen dat hoog genoeg is om de gemiddelde woning te kunnen financieren, terwijl dit voor 51% van de eigenwoningbezitters wel haalbaar is.

De Nederlandse huizenprijzen blijven stijgen en bereikten in augustus wederom een recordniveau. Dit maakt het voor veel huurders moeilijk om de stap naar een koopwoning te zetten. Daarover schrijft economenvakblad ESB.

Ondanks dat 43% van de Nederlandse huishoudens huurt, hebben zij vaak niet de financiële middelen om een woning te kopen. Dit komt door de grote kloof in besteedbaar inkomen tussen huurders en woningeigenaren.

Het gemiddelde besteedbare inkomen van huurders was in 2022 slechts 24.500 euro, terwijl dat van woningeigenaren 57.600 euro bedroeg, een verschil van bijna 58%. Dit inkomensverschil maakt het voor huurders moeilijker om te voldoen aan de inkomenseisen voor een hypotheek, zeker nu de huizenprijzen zo hoog blijven.

Laura van Geest, bestuursvoorzitter van de AFM schrijft over de situatie op LinkedIn kritisch “Belangrijk om het hoofd koel te houden en geen maatregelen te nemen die sympathiek klinken, maar onsympathiek uitwerken”.

Inkomens- en vermogenstekort onder huurders

Het is niet alleen het inkomen dat huurders parten speelt, maar ook hun beperkte financiële reserves. Volgens het CBS hebben huurders gemiddeld 27.000 euro aan financiële bezittingen, zoals spaargeld en beleggingen.

Woningeigenaren staan daarentegen veel sterker met gemiddeld 102.000 euro aan bezittingen. Dit vermogen helpt woningeigenaren om door te stromen naar een volgende koopwoning, terwijl huurders nauwelijks spaargeld hebben om de aankoop van een eerste huis te financieren.

Om een woning met een gemiddelde waarde van 436.000 euro te kunnen kopen, is volgens de Nibud-inkomensnorm een jaarlijks bruto-inkomen van 94.000 euro nodig. Dit komt neer op een besteedbaar inkomen van ongeveer 57.000 euro. Minder dan 33% van de Nederlandse huishoudens voldoet aan deze eis, en voor huurders is dit percentage zelfs maar 9%.

Koopwoning onbereikbaar voor huurders

Met de huidige huizenprijzen en inkomenseisen is een koopwoning voor het merendeel van de huurders onbereikbaar. Slechts een klein percentage van de huurders heeft de financiële middelen om de overstap naar de koopmarkt te maken. In tegenstelling tot huurders kunnen eigenwoningbezitters, dankzij hun hogere inkomens en opgebouwde overwaarde, wel relatief eenvoudig een volgende stap op de woningmarkt zetten.

De beperkte toegang tot koopwoningen voor huurders vergroot de kloof tussen huurders en eigenwoningbezitters.

Terwijl woningeigenaren profiteren van stijgende huizenprijzen, blijven huurders steeds verder achter, zonder kans om te profiteren van de voordelen van een eigen woning.

De oplossing? In ieder geval geen “leuk beleid dat de vraag aanwakkert (en in de praktijk de prijzen verder opstuwt), wel beleid dat tot passender of meer aanbod leidt”, stelt Van Geest.

“Beter onderbouwd beleid, leuker kunnen we het niet maken”.