Huurders verplaatsen hun zoektocht noodgedwongen naar hoger segment van €1.500 tot €2.000

Huurders in hun appartement

Huurders in hun appartement Foto: CNS

  • De huurprijzen in de vrije sector zijn in het eerste kwartaal van 2025 met 9,6 procent gestegen en overtreffen voor het eerst sinds jaren de inflatie.
  • Door de scherpe daling van het beschikbare aanbod verleggen steeds meer woningzoekenden hun zoektocht van het segment tot €1.500 naar het segment tussen €1.500 en €2.000 per maand.
  • De structurele uitstroom van huurwoningen naar de koopmarkt, gecombineerd met achterblijvende instroom, vergroot de druk op alle prijssegmenten.

Voor het eerst sinds 2021 stijgen de huurprijzen in de vrije sector sneller dan de inflatie. De gemiddelde huurprijs ligt inmiddels op €1.781 per maand, wat al snel een bruto maandinkomen van meer dan €5.340 vereist. Dat blijkt uit de meest recente huurmonitor van woonplatform Pararius.

Dat bedrag ligt ver boven het modale inkomen, waardoor een groeiende groep woningzoekenden wordt uitgesloten van de vrije huursector. De vraag naar huurwoningen blijft ondertussen onverminderd hoog.

De structurele schaarste aan betaalbare woningen leidt tot een merkbare verschuiving op de markt. Waar voorheen het segment tot €1.500 per maand de grootste druk kende, zien we nu dat ook het middensegment – tussen €1.500 en €2.000 – steeds meer onder druk komt te staan.

Krapte dwingt huurders omhoog

Uit de Pararius Huurmonitor blijkt dat 47 procent meer mensen reageerden op vrije sector huurwoningen dan een jaar eerder. Met name in het lagere prijssegment (€1.185–€1.500) was de druk hoog, met een reactieaandeel van 44,2 procent op slechts 30,1 procent van het aanbod. Dit segment fungeert vaak als laatste toevluchtsoord voor middeninkomens.

Doordat het aanbod daar steeds krapper wordt, verschuiven veel huurders hun zoektocht naar het segment tussen €1.500 en €2.000 per maand. In dit middensegment ontstaat nu ook een disbalans: 37,5 procent van de reacties richtte zich op 33,4 procent van het aanbod.

Die spanning was er voorheen nauwelijks, wat aangeeft dat huurders noodgedwongen doorschuiven naar duurdere woningen.

Uitponding en uitblijvende instroom verergeren het probleem

Het aanbodprobleem wordt versterkt door de voortdurende uitstroom van huurwoningen naar de koopmarkt.

In het eerste kwartaal van 2025 werden 1.849 huurwoningen uitgepond, 70,4 procent meer dan een jaar eerder. Tegelijkertijd daalde het aantal voormalige koopwoningen dat beschikbaar kwam voor verhuur. Hierdoor krimpt het netto aanbod van huurwoningen, vooral in het bereikbare segment.

Zonder aanvullend beleid gericht op behoud en uitbreiding van het vrije sector aanbod, dreigt een structureel tekort dat steeds meer huishoudens buitensluit. Beleggers en ontwikkelaars blijven terughoudend door beleidsonzekerheid en stijgende kosten, waardoor er nauwelijks nieuwe huurwoningen bijkomen.

Conclusie: vrije sector trekt zich terug, druk verplaatst zich omhoog

De vrije huursector staat onder druk: aanbod verdwijnt, huurprijzen stijgen en de betaalbaarheid komt verder onder vuur te liggen.

De maatregelen die bedoeld waren om huren te reguleren, lijken het omgekeerde effect te hebben. Huurders met beperkte inkomens zijn steeds vaker genoodzaakt hun blik te verruimen naar hogere prijssegmenten, waarmee ook het middensegment verzadigd raakt.

Daarmee lijken de zorgen uit de tijd vóór de recente wetgevingsgolf achteraf bezien een stuk overzichtelijker — en misschien zelfs gunstiger — geweest voor huurders dan nu.