WoON-onderzoek laat zien dat er ruimte voor huurverhogingen is ontstaan

Jong stel in een woning

Jong stel in een woning Foto: CNS

  • De netto huurquote is gedaald van 25,4% naar 24,7%, wat betekent dat huurders gemiddeld een kleiner deel van hun inkomen aan huur uitgeven.
  • Dit biedt mogelijk ruimte voor huurverhogingen.
  • De vraag naar woningen blijft toenemen door demografische ontwikkelingen, zoals de groei van het aantal eenpersoonshuishoudens en een afname van de doorstroming

De Nederlandse woningmarkt staat onder blijvende druk, zo blijkt uit het driejaarlijkse WoON-onderzoek.

Maar, terwijl de woonlasten in brede zin zijn gestegen, met name door hogere energieprijzen, is er een opvallende trend zichtbaar in de huursector: de netto huurquote is licht gedaald.

Waar huurders in 2021 nog gemiddeld 25,4% van hun besteedbaar inkomen aan huur kwijt waren, is dat in 2024 gedaald naar 24,7%.

Deze ontwikkeling geeft aan dat de inkomens van huurders harder zijn gestegen dan de huren zelf. Een deel van deze verlichting komt voort uit eerdere huurverlagingen in 2021 en 2023, gericht op het betaalbaarder maken van huren. Het resultaat is dat minder huishoudens in een situatie verkeren waarin de huur als te hoog wordt beschouwd in verhouding tot hun inkomen.

Voor verhuurders zou dit ruimte kunnen creëren voor gecontroleerde huurverhogingen.

Aanhoudende krapte en veranderende huishoudensamenstelling

Ondanks de licht gedaalde huurquote blijft de structurele krapte op de woningmarkt het dominante beeld. Steeds meer mensen willen verhuizen, maar vinden simpelweg geen passende woning.

Doorstroming blijft achter, vooral binnen de koopsector, waar het aantal verhuizingen met 24% daalde. Gezinnen en ouderen blijken minder geneigd om te verhuizen.

Een andere drukfactor is de groei van het aantal eenpersoonshuishoudens. Inmiddels bestaat 40% van alle huishoudens uit één persoon, onder andere door vergrijzing en individualisering. Deze groep zorgt voor extra vraag naar kleinere, betaalbare woningen, wat het spanningsveld tussen vraag en aanbod verder vergroot.

Starters kopen vaker, maar met hulp en op latere leeftijd

Een opvallend lichtpunt is dat starters vaker een woning kopen, met een stijging van 13% in de afgelopen periode. Dit lijkt samen te hangen met het feit dat zij steeds later instappen op de koopmarkt, vaak met een hoger inkomen en meer spaargeld.

Daarnaast blijkt financiële hulp van ouders of schoonouders in ruim een derde van de gevallen doorslaggevend.

Toch blijft de beweging binnen de totale woningvoorraad beperkt. De beperkte doorstroming zorgt ervoor dat minder woningen beschikbaar komen voor nieuwe huurders of kopers. Hierdoor blijft de druk op zowel de huur- als koopmarkt onverminderd groot.

Comfort en energielasten sturen woonwensen

Naast betaalbaarheid speelt wooncomfort een steeds belangrijkere rol. Problemen met vocht en schimmel nemen toe; meer dan één op de vijf huishoudens heeft hier last van.

Slechter ventileren en verwarmen, mede door hoge energiekosten, lijken hierin een rol te spelen. Ook het koel houden van woningen in warme periodes vormt een groeiend probleem, vooral voor huurders.

Verduurzaming wordt dan ook steeds vaker genoemd als oplossing, met lagere energiekosten en meer comfort als voornaamste drijfveren. Dat maakt het aantrekkelijk voor verhuurders om te investeren in isolatie en ventilatie, zeker nu de huurquote gunstiger is geworden.