- Coalitiepartijen leggen nadruk op terugdringen woningtekort met diverse maatregelen.
- Woningcorporaties krijgen een grotere rol, en twee derde van de nieuwbouw moet betaalbaar zijn voor middeninkomens.
- Jongeren verhuizen weer meer door herinvoering basisbeurs, ondanks krappe woonmarkt.
De coalitiepartijen PVV, NSC, BBB en VVD hebben in het hoofdlijnenakkoord bevestigd dat zij vasthouden aan de bouw van 100.000 woningen per jaar.
Deze maatregelen moeten helpen om het woningtekort in Nederland drastisch terug te dringen.
In de nieuwste sectorupdate gaat ING Research nogmaals in op de mogelijke implicaties van het akkoord.
De partijen hebben hiervoor in ieder geval verschillende maatregelen aangekondigd om dit doel te bereiken, waaronder een grotere rol voor woningcorporaties in de (lage) middenhuur door wijziging van EU-regels.
Sophie Kraaijeveld, Sector Banker Real Estate bij ING, reageert positief op de plannen. “De aandacht voor het terugdringen van het woningtekort is positief. Er worden maatregelen genomen om (ver)huur aantrekkelijker te maken. In het hoofdlijnenakkoord staat bovendien dat ‘fiscale regels averechts werken’.”
Kraaijeveld noemt het “hoopvolle signalen voor de vastgoedbelegger, maar het zal nog moeten blijken hoe deze woorden concreet ingevuld zullen worden.”
Betaalbare woningbouw
Naast nieuwbouw ligt de focus ook op een betere benutting van de bestaande woningvoorraad. Dit kan bijvoorbeeld door optoppen, herbestemming en splitsing van bestaande woningen. Struikelblokken zoals financiële en fiscale prikkels worden aangepakt om de bouwsector te stimuleren.
Het akkoord stelt dat gemiddeld 30% van de nieuwbouw uit sociale huurwoningen moet bestaan, met gebiedsgerichte differentiatie. Verder moet twee derde van de nieuwbouw betaalbaar zijn voor middeninkomens. Dit moet ervoor zorgen dat meer mensen toegang krijgen tot betaalbare woningen, wat de doorstroming op de woningmarkt ten goede komt.
Jongvolwassenen verhuizen meer in 2023
ING keek ook naar de huidige stromen in de markt. In 2023 verhuisde één op de tien Nederlanders, een stijging ten opzichte van voorgaande jaren. Vooral jongvolwassenen tussen 17-22 jaar en 22-30 jaar verhuisden vaker.
Het CBS wijt de piek onder jongeren van 17-22 jaar aan de herinvoering van de basisbeurs, die vanaf studiejaar 2023/2024 weer van kracht is.
Studenten moeten hiervoor op een ander adres staan ingeschreven dan dat van hun ouders.
Kraaijeveld merkt op dat het aantal verhuizingen sinds 2017 waarschijnlijk is afgenomen door de krappe woonmarkt. “In het WoON onderzoek van 2021 gaven bijna 900 duizend mensen aan dat ze wel wilden verhuizen, maar niets konden vinden. Dat was een verdubbeling van 2015. Een ruimere woningmarkt zorgt voor meer doorstroming en heeft ook een positieve invloed op de omzet van andere sectoren als woninginrichting.”