Grote steden vinden Wet betaalbare huur essentieel voor aanpakken excessen huurmarkt, ondanks bakken kritiek

Foto: Pourya Gohari

  • De grote steden benadrukken ondanks alles het belang van de Wet betaalbare huur om excessen op de huurmarkt tegen te gaan en de betaalbaarheid van woningen te vergroten.
  • Kritiek vanuit economische hoek waarschuwt voor negatieve gevolgen zoals verminderd woningaanbod en verstoorde doorstroming op de huurmarkt.
  • Ondanks kritiek en zorgen om verminderd aanbod, zien stedelijke bestuurders potentieel in het transformeren van huur- naar betaalbare koopwoningen.

Het feit dat de Wet betaalbare huur toch door de Tweede Kamer zal worden behandeld heeft de aandacht gevestigd op een groeiende zorg rondom de betaalbaarheid en beschikbaarheid van huurwoningen in Nederland.

Met name de vier grote steden – Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag – zien ondanks alle kritiek zelf toch een noodzaak voor de wet, om de stijgende huurprijzen en het krimpende aanbod van betaalbare woonruimte aan te pakken, zo signaleert ook Vastgoedmarkt.

In deze steden worden huurprijzen als €2.200 per maand voor een appartement van 65 m² steeds gebruikelijker. Gemeenten hebben eerder ingegrepen door de invoering van opkoopbescherming.

Echter, de Wet betaalbare huur introduceert een directe regulering van huurprijzen als een nieuwe stap om de betaalbaarheid van woningen verder te verbeteren. De gemeente Utrecht ziet deze wet als een essentiële tool om de huurmarkt toegankelijker te maken, een sentiment dat gedeeld wordt door andere grote steden.

Voorstander ondanks veel kritiek, hoe zit dat dan?

De voorgestelde wetgeving heeft aanzienlijke kritiek ontvangen vanuit verschillende hoeken, waaronder woningmarkteconomen en de Raad van State. Zij waarschuwen voor potentiële negatieve gevolgen zoals een verminderd aanbod van huurwoningen, verstoorde doorstroming op de huurmarkt en de afname van nieuwe woningbouwprojecten. Economen voeren aan dat de reguleringsplannen het Nederlandse investeringsklimaat in huurwoningen kunnen ondermijnen en vrezen voor langdurige reputatieschade.

Desondanks blijven stedelijke bestuurders optimistisch. Wethouder Martijn Balster van Den Haag bijvoorbeeld, ziet de transformatie van dure huurwoningen naar betaalbare koopwoningen als een positieve ontwikkeling. Hij vind steun in de gedachte dat het verbeteren van de toegankelijkheid tot betaalbare woningen voorrang heeft boven het behouden van een groot aantal huurwoningen in de vrije sector.

“Als een huurwoning van 2200 euro per maand verdwijnt en daar komt een koopwoning met een hypotheek van 800 euro per maand voor terug, dan hebben we het goed gedaan”, zo zegt Balster in berichtgeving van DenHaag FM. Zou het echt zo uitpakken?

De kritiek op en de steun voor de Wet betaalbare huur belichten een diepgaande verdeeldheid over de beste aanpak van de woningnood en de huurmarktproblematiek in Nederland.

Terwijl critici waarschuwen voor de mogelijke negatieve gevolgen van huurregulering, benadrukken de grote steden de noodzaak van dergelijke maatregelen om de betaalbaarheid en toegankelijkheid van woonruimte te waarborgen. Deze kloof tussen beleidsmakers en marktanalisten illustreert de complexiteit van de uitdagingen waar de Nederlandse huurmarkt voor staat.