- Jonge huurders geven in verhouding het meeste uit aan woonlasten: gemiddeld 30% van hun inkomen.
- Alleenwonende huurders jonger dan 35 jaar dragen relatief de zwaarste lasten.
- De betaalbaarheid van wonen hangt sterk af van leeftijd, inkomen en huishoudgrootte.
Uit recent onderzoek van het CBS blijkt dat jonge huurders relatief het meeste van hun inkomen besteden aan woonlasten, zoals huur en energiekosten. Daarover schrijft Stadszaken.
Met een woonquote van gemiddeld 30% kampen vooral alleenwonende huurders onder de 35 jaar met hoge lasten.
Voor huurders tussen de 35 en 65 jaar ligt de woonquote lager, rond de 25%, terwijl deze bij oudere huurders weer toeneemt. Dit verschil wordt verklaard door het lagere inkomen van jongeren aan het begin van hun carrière en het terugvallen van ouderen op een lager pensioeninkomen.
De hoge woonlasten onder jongeren worden verder versterkt door het feit dat kleinere huishoudens, zoals eenpersoonshuishoudens, doorgaans meer betalen in verhouding tot hun inkomen.
Alleenstaanden en eenoudergezinnen in een huurwoning besteden respectievelijk 28,4% en 24,2% van hun inkomen aan wonen. Ter vergelijking: paren zonder kinderen zijn slechts 19,8% kwijt aan woonlasten. Dit toont aan dat de betaalbaarheid van huren voor jongeren onder druk staat, vooral gezien de toenemende kosten van energie en huurprijzen.
Deze betaalbaarheidsproblemen roepen belangrijke vragen op over de toegankelijkheid van betaalbare huisvesting voor jongere generaties. Terwijl hun financiële positie zich in de loop der jaren kan verbeteren, blijft de huidige situatie een uitdaging.