- Het Kabinet heeft het wetsvoorstel tegenbewijsregeling box 3 naar de Tweede Kamer gestuurd
- Belastingplichtigen kunnen vanaf zomer 2025 hun werkelijke rendement aantonen om teveel betaalde box 3-belasting terug te krijgen.
- De regeling is een tijdelijke oplossing tot de verwachte invoering van de Wet werkelijk rendement box 3 in 2028.
Het Kabinet heeft het wetsvoorstel tegenbewijsregeling box 3 naar de Tweede Kamer gestuurd. Zo kunnen belastingplichtigen hun werkelijk behaalde rendement in box 3 aantonen.
Dit is een direct gevolg van een uitspraak van de Hoge Raad, die oordeelde dat de eerdere compensatieregeling onvoldoende was.
Met deze tegenbewijsregeling krijgen belastingbetalers de mogelijkheid om hun daadwerkelijke rendement te bewijzen als dit lager is dan het forfaitaire rendement waarmee de Belastingdienst rekent. In dat geval wordt de teveel betaalde belasting teruggegeven. Het kabinet benadrukt dat dit een tijdelijke maatregel is, in afwachting van een nieuw belastingstelsel in 2028.
Critici wijzen er overigens op dat de tegenbewijsregeling in de praktijk nog altijd onuitvoerbaar is.
Nieuw formulier vanaf zomer 2025 beschikbaar
Belastingplichtigen hoeven op dit moment nog niets te doen. Vanaf de zomer van 2025 stelt de Belastingdienst het formulier Opgaaf werkelijk rendement beschikbaar via Mijn Belastingdienst. Hiermee kunnen belastingbetalers aantonen wat hun rendement daadwerkelijk was vanaf 2017.
Omdat het formulier voor het eerst wordt gebruikt, erkent staatssecretaris Van Oostenbruggen (Fiscaliteit) dat dit voor velen een uitdaging kan zijn: “We weten dat dit voor veel belastingplichtigen niet makkelijk gaat zijn, vooral omdat het formulier voor eerst wordt gebruikt. De Belastingdienst zal mensen daarom zo goed mogelijk informeren, bijvoorbeeld door het versturen van brieven en via informatie op de website”.
Mensen die extra hulp nodig hebben bij het invullen van het formulier kunnen persoonlijke ondersteuning krijgen. Dit kan via de Belastingtelefoon of door een afspraak te maken bij een belastingkantoor of steunpunt.
Vanaf de belastingaangifte over 2025 wordt de mogelijkheid om tegenbewijs te leveren direct opgenomen in de reguliere aangifte inkomstenbelasting.
Wat wordt onder werkelijk rendement verstaan?
In het huidige box 3-stelsel wordt gerekend met een forfaitair rendement, oftewel een vast percentage gebaseerd op een verwacht rendement. Dit percentage wordt jaarlijks aangepast, maar sluit niet altijd goed aan bij het werkelijke rendement van belastingplichtigen.
Met de tegenbewijsregeling kunnen belastingplichtigen per jaar aantonen hoeveel zij daadwerkelijk hebben verdiend met hun vermogen. Als dit lager is dan het forfaitaire rendement, krijgen ze het verschil terug. Is het rendement hoger? Dan hoeven ze niet bij te betalen.
Volgens de Hoge Raad moeten de volgende inkomsten worden meegenomen in het werkelijke rendement:
- Rente-inkomsten en rente die verschuldigd is.
- Dividend van aandelen.
- Huurinkomsten van bijvoorbeeld een vakantiewoning.
- Waardestijging of -daling van vermogen.
Verliezen mogen niet worden verrekend met andere jaren en kosten, zoals advieskosten voor beleggingen of onderhoudskosten voor een vakantiewoning, worden niet meegerekend. Ook investeringen die de waarde van een woning verhogen, zoals een renovatie, tellen niet als rendement.
Hoe zit het met eigen gebruik van onroerend goed?
Een opvallend punt is hoe omgegaan wordt met het eigen gebruik van een vakantiewoning. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat dit in principe een vorm van rendement is die belast zou moeten worden.
Het kabinet heeft echter besloten dat voor de jaren 2017 tot en met 2025 het eigen gebruik niet opgegeven hoeft te worden bij het leveren van tegenbewijs. Voor de jaren 2026 en 2027 wordt dit wel verplicht.
Dit betekent dat vakantiehuisbezitters over de komende jaren alsnog belasting kunnen moeten betalen over het fictieve rendement van hun eigen gebruik.
Op weg naar een nieuw stelsel in 2028
Het kabinet werkt aan een nieuw box 3-stelsel waarin alleen het werkelijke rendement wordt belast. Dit nieuwe systeem, de Wet werkelijk rendement box 3, wordt in 2028 verwacht en moet een einde maken aan de voortdurende juridische discussies over de vermogensrendementsheffing.
Het streven is om het wetsvoorstel hiervoor binnen enkele weken in te dienen bij de Tweede Kamer. Daarmee moet de belastingheffing over vermogen in Nederland eerlijker en juridisch houdbaarder worden.
Tot die tijd blijft de tegenbewijsregeling een belangrijke tijdelijke oplossing voor belastingbetalers die oneerlijk belast zijn op hun vermogen.
De Raad van State uitte eerder forse kritiek op het wetsvoorstel voor de tegenbewijsregeling in box 3. De tegenbewijsregeling is juridisch correct, maar de Belastingdienst kan de uitvoering nauwelijks aan vanwege personeelstekort en complexe bewijsvoering, zo zag de Raad de voorgestelde regeling destijds.