Kamermeerderheid wil aanpassing Wet vaste huurcontracten, omdat deze als belemmering wordt ervaren

Huurder in woning

Huurder in woning Foto: CNS

  • Politieke steun groeit voor heroverweging verbod op tijdelijke huurcontracten.
  • Minister Keijzer ziet risico’s voor woningaanbod en verhuurdersvertrouwen.
  • Voorstanders van het verbod vrezen verlies aan zekerheid voor huurders.

Het verbod op tijdelijke huurcontracten, dat nog maar sinds juli 2024 van kracht is, staat opnieuw ter discussie.

Een meerderheid in de Tweede Kamer wil bekijken of de wet moet worden aangepast. Aanleiding is de groeiende kritiek dat het verbod het woningaanbod beperkt en verhuurders afschrikt om woonruimte beschikbaar te stellen.

Het initiatief komt van NSC-Kamerlid Merlien Welzijn, die stelt dat het verbod als belemmering ervaren kan worden, zo schrijft het AD.

Ze noemt als voorbeeld hospita’s die afzien van verhuur uit angst voor langdurige verplichtingen. Daarmee ligt de focus opnieuw op de balans tussen huurdersbescherming en het stimuleren van het woningaanbod.

Minister Keijzer: ‘Verhuurders zijn kopschuw geworden’

Minister voor Volkshuisvesting Mona Keijzer steunt de roep om aanpassing. Volgens haar zorgt het verbod, samen met andere recente wetgeving, voor terughoudendheid bij particuliere verhuurders. “Je ziet nu dat mensen met ruimte die niet verhuren omdat ze bang zijn – platgezegd – nooit meer van de huurders af te komen.”

Lees ook: Short stay contract om onder Wet betaalbare verhuur en Wet vaste huurcontracten uit te komen niet zonder risico’s

De minister komt volgende maand met voorstellen om de positie van particuliere verhuurders te versterken. Ze kijkt daarbij niet alleen naar het verbod op tijdelijke huurcontracten, maar ook naar de belastingdruk op tweede woningen en de Wet betaalbare huur.

Vooral dat laatste punt ligt politiek gevoelig, terwijl het versoepelen van het verbod op tijdelijke huurcontracten wél op een Kamermeerderheid lijkt te kunnen rekenen.

Zorgen over terugkeer naar onzekerheid

Tegenstanders van een versoepeling zijn bezorgd over een mogelijke terugkeer naar de situatie van vóór juli 2024. ChristenUnie-Kamerlid Pieter Grinwis waarschuwt voor een praktijk waarin huurders ‘van het ene naar het andere tijdelijke huurcontract’ moeten.

Ook GroenLinks-PvdA’er Habtamu de Hoop uit kritiek en stelt dat de woningnood niet mag worden misbruikt ‘om de rechten van huurders te verslechteren’.