Kamervragen NSC over de belastingdruk op middenhuurwoningen

Het voormalig Ministerie van Buitenlandse Zaken, nu de tijdelijke zetel van de Tweede Kamer

Voormalig Ministerie van Buitenlandse Zaken, nu de tijdelijke zetel van de Tweede Kamer in Den Haag Foto: Public Domain, via Wikimedia

  • Kamervragen van Pieter Omtzigt en Nicolien van Vroonhoven richten zich op de impact van belastingmaatregelen op particuliere verhuurders in het middenhuursegment.
  • Er wordt gevraagd om maatregelen die het aantrekkelijker maken om in middenhuurwoningen te investeren.
  • De kern van de Kamervragen betreft een voorbeeldcasus van een particuliere verhuurder met een woning ter waarde van €300.000.

In een recent ingediende reeks Kamervragen hebben Pieter Omtzigt en Nicolien van Vroonhoven (beiden NSC) aandacht gevraagd voor de belastingdruk op middenhuurwoningen, specifiek voor particuliere beleggers.

De vragen zijn gericht aan de Staatssecretaris van Financiën (Fiscaliteit en Belastingdienst), de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, en de Minister-President.

De Kamerleden benadrukken de noodzaak van de financiële haalbaarheid van het investeren in middenhuurwoningen onder de huidige en toekomstige belastingregels.

Casus: fiscale druk particuliere verhuurder

De kern van de Kamervragen betreft een voorbeeldcasus van een particuliere verhuurder met een woning ter waarde van €300.000, belast met een hypotheek van €150.000 tegen een rente van vier procent.

De woning, die wordt verhuurd voor €1.000 per maand, valt onder het woningwaarderingsstelsel (WWS) met 145 punten. De vragen richten zich op de kosten en opbrengsten in 2023 en 2024, waarbij rekening wordt gehouden met een mogelijke huurverlaging per 1 juli 2024 naar het maximum volgens het WWS.

Daarnaast vragen de Kamerleden om een gedetailleerde berekening van de cashflow voor de verhuurder van 2016 tot en met 2025. Hierbij willen ze inzicht krijgen in de effecten van verschillende belastingmaatregelen zoals de verhoging van het fictieve rendement in box 3, de aanpassing van het bijtellingspercentage, en de afschaffing van de leegwaarderatio. Er wordt specifiek gevraagd om de consequenties van deze maatregelen voor particuliere beleggers inzichtelijk te maken.

Toekomst van middenhuurwoningen in box 3

Een van de centrale vragen is of het in 2025 nog aantrekkelijk is voor particuliere beleggers om in middenhuurwoningen te investeren, vooral wanneer het rendement bedoeld is als aanvulling op hun pensioen.

De Kamerleden tonen zich bezorgd over de hoge belastingdruk en vragen zich af of deze niet in strijd is met het eerste protocol van het EVRM, dat het eigendomsrecht beschermt.

Er wordt tevens aandacht gevraagd voor het tekort aan middenhuurwoningen en de rol van verschillende partijen, zoals woningcorporaties, in het verhelpen van dit tekort. De Kamerleden willen weten welke stappen de regering zal nemen om een redelijke belastingdruk te waarborgen, zodat particuliere verhuurders blijven investeren in het middenhuursegment.

Verder wordt er gevraagd of de belastingeffecten voor commerciële verhuurders, waaronder buitenlandse vastgoedfondsen, apart in kaart kunnen worden gebracht.

Oplossingen en beleidsmaatregelen

Tot slot vragen de Kamerleden of de regering van plan is om maatregelen te nemen die het beleggen in huurwoningen in box 3 aantrekkelijker maken.

Indien dat niet het geval is, willen ze weten waarom deze maatregelen uitblijven. De beantwoording van deze vragen, die uiterlijk 15 augustus wordt verwacht, zal meer duidelijkheid moeten verschaffen over de toekomstige mogelijkheden voor particuliere beleggers in de middenhuurmarkt.

Met deze vragen hopen de Kamerleden inzicht te krijgen in de mogelijkheden om de beschikbaarheid van middenhuurwoningen te vergroten en de belastingdruk voor verhuurders te verlichten, zodat het verhuren van woningen financieel haalbaar blijft.