- Een kantonrechter in Noord-Holland staat huurprijsverhoging met 3% opslag boven CPI toe.
- Eerdere uitspraken keurden dergelijke verhogingen vaak af omdat ze in strijd met Europese regels zouden zijn.
- Uiteindelijk volgt nog een beslissing van de Hoge Raad, maar dit is bemoedigend nieuws voor verhuurders.
In een recente uitspraak heeft een kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland de verhuurder van een woonruimte in het gelijk gesteld, waardoor een huurprijsverhoging van 3% bovenop de Consumentenprijsindex (CPI) toegestaan blijft. Daarover schrijft huurrecht advocaat Claudia van Meurs – Janssens op LinkedIn.
Dit is een belangrijke ontwikkeling, aangezien dergelijke huurprijsverhogingen het afgelopen jaar regelmatig als oneerlijk werden beschouwd door kantonrechters, vaak met vernietiging van het verhogingsbeding als gevolg.
De Europese Richtlijn oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten heeft hierbij een cruciale rol gespeeld.
Verhuurders die hun huurprijzen wilden verhogen, kwamen vaak bedrogen uit wanneer kantonrechters de verhogingsbedingen ambtshalve toetsten en vervolgens vernietigden.
De impact van zo’n vernietiging kan groot zijn, met als gevolg dat huurders recht zouden hebben op teruggave van eerder doorgevoerde huurverhogingen en de huurprijs zou worden teruggebracht naar het initiële niveau zonder mogelijkheid tot toekomstige verhogingen.
Voorspellende waarde van de uitspraak
In januari van dit jaar werden prejudiciële vragen voorgelegd aan de Hoge Raad, wat het debat over de toelaatbaarheid van huurprijsverhogingen nieuw leven inblies.
In een advies gaf de procureur-generaal (PG) het advies dat zo’n standaard opslag op de CPI index niet onrechtmatig zou zijn. De kantonrechter in Noord Holland gaat daar nu dus in mee.
Voor verhuurders van woonruimte is dit voorlopig goed nieuws. De uitspraak geeft hen enige ademruimte, maar de definitieve beslissing van de Hoge Raad blijft cruciaal.
Mocht de Hoge Raad de conclusie van de PG en de kantonrechter volgen, dan kunnen verhuurders in de toekomst wellicht met meer zekerheid hun huurprijzen verhogen. Tot die tijd blijft het echter afwachten, en is voorzichtigheid geboden bij het toepassen van dergelijke verhogingsbedingen, schrijft Van Meurs – Janssens.