- Minister Mona Keijzer heeft de verplichting voor nestvoorzieningen in nieuwbouw geschrapt om regels te vereenvoudigen.
- Experts stellen dat deze maatregel nauwelijks bijdraagt aan snellere woningbouw, maar wel negatieve gevolgen heeft voor de biodiversiteit.
- Bouwbedrijven zoals Heijmans blijven vrijwillig nestvoorzieningen opnemen als bijdrage aan natuurbehoud.
Is het schrappen van de verplichting bij nieuwbouw nestvoorzieningen op te nemen nu het begin van het schrappen van overbodige regelgeving of ‘gerommel in de marge’ die vooral de vogels treft maar geen huis extra oplevert?
De verplichting om nestvoorzieningen, zoals kraamkasten of insectenhotels, op te nemen in nieuwbouwwoningen werd in 2022 door voormalig minister Hugo de Jonge ingevoerd.
Het doel was om beschermde soorten zoals huismussen, gierzwaluwen en vleermuizen een veilige plek te bieden, aangezien natuurlijke broedplaatsen verdwijnen door betere woningisolatie.
Minister Mona Keijzer heeft deze eis nu geschrapt als onderdeel van haar programma dat ze ‘STOER’ (Schrappen van Tegenstrijdige of Overbodige Eisen en Regelgeving) noemt. Dit besluit past binnen het regeerakkoord, waarin is afgesproken dat Nederland geen extra duurzaamheidseisen bovenop de Europese verplichtingen introduceert.
Bouwsector en biodiversiteit
Het schrappen van de verplichting roept gemengde reacties op. Bouwbedrijven zoals Heijmans hebben aangegeven nestvoorzieningen in hun projecten te blijven integreren, ondanks het ontbreken van een wettelijke verplichting.
Directeur Harwil De Jonge van Heijmans noemt deze keuze een bewuste bijdrage aan biodiversiteit en noemde het op LinkedIn ironisch “pas echt STOER.”
Natuurorganisaties benadrukken dat soorten die afhankelijk zijn van de stad, zoals huismussen, het steeds moeilijker krijgen. Sinds 1975 is de populatie huismussen met ruim 50% gedaald, mede door het verdwijnen van geschikte nestplekken. Experts waarschuwen dat de trend zonder actie verder zal verslechteren, met negatieve gevolgen voor stedelijke ecosystemen.
Effect op woningbouw en regelgeving
Volgens Dick van Gameren, hoogleraar woningbouw aan de TU Delft, is het schrappen van de verplichting slechts een marginale maatregel in het versnellen van woningbouw.
De benodigde tijd en kosten voor het integreren van nestvoorzieningen zijn volgens hem minimaal en hebben nauwelijks impact op bouwprojecten, zo lezen we in zijn commentaar op vragen van De Volkskrant.
De grootste obstakels voor nieuwbouw liggen volgens Van Gameren bij structurele problemen zoals het stikstofbeleid, dat bouwprojecten op grote schaal vertraagt. In dit licht is het schrappen van nestvoorzieningen volgens hem “rommelen in de marge” met een ongunstig effect op de biodiversiteit.
Het schrappen van de verplichting voor nestvoorzieningen in nieuwbouw lijkt zo een beperkt effect te hebben op het versnellen van woningbouw. De maatregel kan echter een negatieve invloed hebben op stedelijke biodiversiteit, vooral voor soorten zoals huismussen die al zwaar onder druk staan.
Terwijl sommige bouwbedrijven vrijwillig nestvoorzieningen blijven integreren, blijft de vraag of deze beleidswijziging in lijn is met de bredere duurzaamheidsdoelen. Een integrale aanpak van regelgeving en natuurbescherming lijkt nodig om zowel woningbouw als biodiversiteit toekomstbestendig te maken.