Veel kritiek vanuit de Kamer op box 3-overbruggingswet, maar staatssecretaris Van Oostenbruggen wil niet afwijken van ingeslagen route

Tjebbe van Oostenbruggen, Staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst

Tjebbe van Oostenbruggen, Staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst Foto: Phil Nijhuis/Min AZ

  • Kamer vreest impact box 3-heffing en waarschuwt dat vastgoedbeleggers gedwongen worden panden te verkopen.
  • Staatssecretaris Tjebbe van Oostenbruggen houdt vast aan beleid en weigert tegemoetkomingen vanwege kosten en vertraging.
  • Onzekerheid over btw-verhoging blijft, omdat de Kamer geen concreet alternatief aandraagt.

Tijdens het commissiedebat uitten verschillende partijen donderdag forse kritiek op de belastingheffing in box 3. De tegenbewijsregeling, bedoeld als tijdelijke oplossing tot het nieuwe stelsel in 2028 ingaat, wordt als oneerlijk ervaren.

Staatssecretaris Tjebbe van Oostenbruggen (NSC, Fiscaliteit en Belastingdienst) hield echter voet bij stuk: hij wil niet afwijken van de huidige koers. Zo lezen we onder andere bij het Financieele Dagblad en De Telegraaf. Ook de belanghebbenden doen online een duit in het zakje.

Coalitiepartijen VVD, NSC en BBB luidden de noodklok over de gevolgen voor particuliere vastgoedbeleggers. Door de belastingdruk in box 3 en de stijgende vastgoedprijzen kan de belasting die beleggers moeten betalen, hoger uitvallen dan hun huurinkomsten. Dit zou verhuurders dwingen hun panden te verkopen, wat de toch al krappe huurmarkt verder onder druk zet.

Al voor het debat schreef de staatssecretaris op LinkedIn, “Het kabinet komt na uitgebreide heroverweging tot de conclusie dat het ideale stelsel niet bestaat, maar dat het huidige voorstel de juiste balans vindt tussen belasten op basis van werkelijk rendement, doenvermogen van belastingplichtigen en uitvoerbaarheid. Dat maakt dit stelsel toekomstbestendig”.

NSC-Kamerlid Nicolien van Vroonhoven sprak van een “dik probleem” en stelde dat de huurmarkt hierdoor muurvast komt te zitten. Ook PVV’er Henk de Vree hoorde steeds vaker verhalen van verhuurders die meer belasting betalen dan ze aan huurinkomsten ontvangen.

De tegenbewijsregeling zou uitkomst moeten bieden, maar wordt door veel partijen als ontoereikend beschouwd, omdat verhuurders daarin bijvoorbeeld geen kosten mogen aftrekken of verliezen mogen verrekenen.

Verwachte oplossingen

Om de druk op de huurmarkt te verlichten en vastgoedbeleggers perspectief te bieden, pleiten critici voor een reeks aanpassingen in de tussenperiode tot 2028. Een belangrijke maatregel is het verruimen van de tegenbewijsregeling, zodat verhuurders kosten kunnen aftrekken en niet jaarlijks belast worden op ongerealiseerde waardestijgingen.

“Vandaag is het wat mij betreft een politieke keuze om het investeringsklimaat te verbeteren”, schreef interim-voorzitter van Vastgoed Belang, Niek Verra, op LinkedIn.

Daarnaast zou de leegwaarderatio geactualiseerd moeten worden, zodat de belastingdruk beter aansluit bij de werkelijke situatie op de huurmarkt.

Een herziening van de verwachte budgettaire derving van de tegenbewijsregeling kan helpen om de financiële impact voor de overheid realistischer in te schatten. Zonder deze aanpassingen dreigt een verdere uitpondgolf, waardoor het aanbod in de huurmarkt verder afneemt en zowel huurders als de overheid de gevolgen zullen voelen.

Geen ruimte voor tegemoetkomingen

Veel aanwezigen waren na de kritieken van de Raad van State en het commentaar van verschillende partijen hoopvol. “een breed gedeeld besef dat hoe Box3 met de tegenbewijsregeling en de parallelle verhoging van het forfaitair rendement wordt ingericht voor de verhuurmarkt gewoon niet kan. Dan verwacht je dat er wel een oplossing gevonden wordt”, omschreef Arnoud Vlak van Public Value de verwachtingen.

Ondanks de brede kritiek wilde staatssecretaris Van Oostenbruggen niet ingrijpen. Hij benadrukte dat de huidige regeling een gevolg is van een arrest van de Hoge Raad, dat bepaalt dat ongerealiseerde waardestijgingen meetellen in de belastingheffing.

Bovendien zou het aanpassen van de regeling de staatskas honderden miljoenen euro’s kosten en de invoering van het nieuwe box 3-stelsel vertragen. En die rekening moet ergens worden neergelegd, aldus de staatssecretaris.

Voorstellen van VVD, NSC, BBB, CDA en SGP om kostenaftrek en verliesverrekening toe te voegen, werden afgewezen. Ook een verzoek van BBB en ChristenUnie om de verlaging van de leegwaarderatio terug te draaien, bleek onmogelijk. Nederland zou dan namelijk €600 miljoen aan Brussel moeten terugbetalen, vanwege afspraken binnen het Europese coronaherstelfonds.

“Verbijsterend was dan ook te zien hoe de staatsesecretaris van Financiën Tjebbe van Oostenbruggen het onderwerp benaderde: met een resoluut ‘Njet’ verwierp hij alle bezwaren, suggesties en oplossingen”, vindt Vlak.

Een andere suggestie, om vastgoed tegen een verlaagde overdrachtsbelasting (2% in plaats van 8%) van box 3 naar box 2 over te hevelen, sneuvelde eveneens vanwege de financiering.

Zo zijn we na het commissiedebat weer waar we stonden: de staatssecretaris wil niet wijken en waarschuwt zelfs dat elke aanpassing de verdere invoering alleen maar meer gaat vertragen.