- In een opiniestuk wordt makelaars onterecht aangewezen als schuldige voor de woningmarktproblematiek.
- Onderzoek waarnaar in het originele stuk wordt verwezen, is verkeerd geïnterpreteerd en benadrukt juist de verbindende rol van makelaars.
- De woningmarkt wordt bepaald door schaarste, rente en beleid, niet door de werkwijze van makelaars.
In een opiniestuk in Het Parool betoogt masterstudent Jan Jelles Rupert dat makelaars een belangrijke oorzaak zijn van de stijgende huizenprijzen. Hij stelt dat zij overbiedingen aanmoedigen en daarmee de markt “maken.”
Monique Burgemeester, zelf werkzaam in de makelaardij met Burgemeester Vastgoed, weerlegt deze beschuldigingen in een eigen opiniestuk op LinkedIn en benadrukt dat de verwijten niet alleen ongefundeerd zijn, maar ook de aandacht afleiden van de werkelijke oorzaken van de woningcrisis.
Zo lijkt het er al met al vooral op dat na particuliere huurders en expats, dan nu maar de makelaars de schuld krijgen van oplopende huizenprijzen.
Burgemeester wijst er in haar stuk op dat het onderzoek van Eliza Benites-Gambirazio, waarnaar Rupert verwijst, verkeerd wordt geïnterpreteerd.
De studie stelt juist dat externe factoren zoals economische druk en concurrentieprijzen de markt sturen, niet de directe invloed van makelaars.
Overbieden: het gevolg van schaarste
Rupert’s bewering dat makelaars doelbewust biedingsoorlogen uitlokken door woningen te laag in de markt te zetten, noemt Burgemeester misleidend. Overbieden is volgens haar geen strategie van makelaars, maar een symptoom van een structurele woningnood. “Kopers willen simpelweg een woning en hebben door schaarste weinig kans.” stelt zij. Het is niet de makelaar, maar de markt zelf die deze dynamiek veroorzaakt.
“Kopers zonder eigen geld kunnen wellicht overbieden, maar uiteindelijk niet betalen. Niemand heeft daar iets aan”, ziet ze.
Burgemeester benadrukt dat makelaars transparantie in de markt juist vergroten, bijvoorbeeld door het gebruik van biedlogboeken. Dit maakt het proces inzichtelijker en helpt kopers en verkopers om beter geïnformeerde beslissingen te nemen.
Makelaars maken de markt niet
“Een professionele aankoopmakelaar geeft objectief advies over een reëel bod, gebaseerd op de woningwaarde, markttrends en vergelijkbare verkopen”, ziet Burgemeester.
Bovendien is het idee dat taxateurs onder druk staan om hun taxaties gelijk te trekken aan de verkoopprijs volgens haar ongefundeerd. Onafhankelijke instanties zoals het Nederlands Woning Waarde Instituut (NWWI) bewaken de kwaliteit en objectiviteit van taxaties.
Burgemeester, ook eigenaar van platform ‘How to Buy a House in The Netherlands’, erkent dat de makelaardij niet perfect is en dat er ruimte is voor verbetering. Het beschermen van de titel “makelaar” en het stellen van hogere eisen aan diploma’s en kwalificaties zouden volgens haar bijdragen aan een betere reputatie van de sector. Desondanks wijst zij erop dat veel makelaars jarenlange ervaring hebben en zich inzetten om kopers en verkopers op een professionele manier te begeleiden.
Tijd om de échte oorzaken aan te pakken?
Makelaars afschilderen als schuldigen voor de woningcrisis is niet alleen onterecht, maar ook contraproductief. Het echte probleem ligt bij de structurele woningnood, rentestijgingen en een gebrek aan effectief overheidsbeleid. Door makelaars als zondebok te gebruiken, wordt de aandacht afgeleid van deze fundamentele oorzaken.
Eerder werden expats vaak tot zondebok gemaakt, hun rol op de markt blijkt in de praktijk echter beperkt. Zo zijn het ook niet de makelaars die de prijzen opdrijven, noch de verhuurders die voor eigen gewin de zaken opstoken. Uiteindelijk is schaarste de bepalende factor.
Zoals we telkens zien loopt het aanbod achter waardoor extra besteedbaar inkomen zich wél direct vertaalt in hogere prijzen. Uiteindelijk betaalt de koper wat hij kan, en in een schaarse markt is er vaak de wil tot het uiterste te gaan.
Makelaars zijn geen vijand, maar een cruciale schakel in een systeem dat hervorming nodig heeft.