- Het aanbod aan middenhuurwoningen is in het eerste kwartaal van 2025 met 12,7% gedaald ten opzichte van een jaar eerder, terwijl de vraag explosief is toegenomen.
- In grote steden reageren gemiddeld meer dan 400 woningzoekenden op een huurwoning in het middensegment, die gemiddeld nog maar 6 dagen online staat.
- De combinatie van afnemend aanbod, snellere verhuur en het verdwijnen van kleinere woningen maakt de middenhuurmarkt voor veel huurders onbereikbaar.
Woningzoekenden in het middensegment hebben nauwelijks nog tijd om te reageren op een beschikbare woning. Uit analyse van Huurwoningen.nl en woonplatform Pararius blijkt dat een middenhuurwoning in Nederland gemiddeld 115 reacties ontvangt.
In steden als Rotterdam, Utrecht en Amsterdam loopt dit op tot ruim 400 reacties per woning. Tegelijkertijd is de gemiddelde beschikbaarheid sterk gedaald: een middenhuurwoning staat landelijk nog slechts 9 dagen online, in de grootste steden zelfs maar 6 dagen.
“Als woningen binnen een week worden verhuurd, is er geen sprake meer van gezonde marktwerking, maar van schaarste die zichzelf versterkt. Huurders hebben geen tijd, geen keuze en nauwelijks perspectief”, zegt Jasper de Groot, directeur van Pararius, daar over.
Het aantal aangeboden woningen in het middenhuursegment daalde met bijna 13% ten opzichte van een jaar eerder. Al meerdere kwartalen op rij worden er meer woningen verhuurd dan er nieuw op de markt komen. Het gevolg is een markt waarin huurders geen keuzevrijheid meer hebben en slechts enkele dagen krijgen om te reageren.
Vastgoed Belang pleit, in reactie op deze cijfers en nieuwe data van het Kadaster, voor belastingverlichting in box 3 als noodzakelijke maatregel om verdere afkalving van het huuraanbod te stoppen.
Wet betaalbare huur mist haar doel
De Wet betaalbare huur, bedoeld om huurprijzen van woningen met minder dan 187 WWS-punten te reguleren, lijkt in de praktijk averechts te werken.
Sinds de invoering van de wet op 1 juli 2024 is het aanbod van gereguleerde middenhuurwoningen niet toegenomen, maar juist gedaald. De maximale huurprijs van € 1.184,82 blijkt voor verhuurders niet aantrekkelijk genoeg om woningen in dit segment aan te bieden of opnieuw te verhuren.
Daarbij komt dat de kleinere, vaak betaalbaardere huurwoningen steeds vaker worden uitgepond: verkocht aan eigenaar-bewoners in plaats van opnieuw in de verhuur gebracht. In het eerste kwartaal van 2025 werden er ruim 1.800 woningen uitgepond, een stijging van meer dan 70% ten opzichte van een jaar eerder.
Minder keuze, minder ruimte, meer druk
De woningen die nog wel worden aangeboden in het middensegment zijn gemiddeld kleiner dan voorheen. Het gemiddeld verhuurde oppervlak daalde van 65,1 naar 63,9 vierkante meter.
Tegelijkertijd verdwijnen de kleinere woningen uit de vrije sector. De uitgeponde woningen waren gemiddeld 69 vierkante meter groot, tegenover 86 vierkante meter voor de woningen die nog verhuurd worden. Het woningaanbod verschuift steeds meer naar grotere, duurdere woningen – buiten bereik van veel middeninkomens.
“In plaats van meer betaalbare huurwoningen, zien we het omgekeerde. De kleinere, voorheen goedkopere huurwoningen, waar veel vraag naar is worden uitgepond”, schrijft De Groot op LinkedIn.
“Een blijvende tekort aan nieuw huuraanbod en middeninkomens die steeds verder achterop raken in de strijd om beschikbare huurwoningen”.
In de vrije sector verloopt de verhuur minder extreem snel: daar staan woningen gemiddeld 20 dagen online. Het contrast met de middenhuur onderstreept de enorme druk op het gereguleerde segment.
Terwijl de intentie van overheidsbeleid gericht was op meer betaalbaarheid, is het resultaat vooral een verdere afname van beschikbaarheid.