- In antwoord op Kamervragen erkent Minister Hugo de Jonge het potentieel van woningdelen als een oplossing voor de huidige woningnood.
- Woningdelen is met name geschikt voor jongvolwassenen en alleenstaanden, maar niet voor alle huishoudens.
- Er zijn diverse belemmeringen en overwegingen die woningdelen beïnvloeden, zoals de kostendelersnorm en de voorkeuren van huurders.
- In Nederland krijgen kinderen vaak een eigen slaapkamer als de ruimte het toelaat, waardoor we hoog scoren op onderbewoning in de EU.
In antwoord op de vragen van Kamerlid Merlien Welzijn (NSC), heeft minister Hugo de Jonge zijn standpunten gedeeld over woningdelen als oplossing voor de huidige woningcrisis.
De Jonge erkent de potentie, maar ziet ook uitdagingen en beperkingen.
Het NOS-artikel “Veel woningen met (te) weinig bewoners: corporaties willen vaker huizen delen” belicht de mogelijkheden van woningdelen, waar Welzijn vragen over stelde.
Naar aanleiding van de antwoorden concludeert Welzijn dat ‘een data science team voor de volkshuisvesting nodig is’. “Komende weken werk ik mijn vervolgacties uit”, zo schrijft ze op LinkedIn.
Woningdelen: geschikt voor sommigen
De Jonge is het eens dat woningdelen een snelle, duurzame en goedkope manier is om woonruimte te bieden. Echter, hij benadrukt dat woningdelen niet voor iedereen geschikt is.
Vaak is het vooral een optie voor jongvolwassenen en alleenstaanden, en minder voor stellen of gezinnen.
De Jonge wijst erop dat woningdelen doorgaans tijdelijk van aard is en afhankelijk is van levensfase en huishoudsamenstelling.
Onderbewoning en bezettingsnormen
Het begrip onderbewoning, zoals gedefinieerd door Eurostat, houdt in dat er voldoende slaapkamers moeten zijn voor koppels en volwassen alleenstaanden, evenals gedeelde slaapkamers voor kinderen.
In Nederland is het gebruikelijk om kinderen hun eigen slaapkamer te geven als de ruimte dit toelaat, waardoor Nederland hoog scoort op onderbewoning binnen de EU.
De Jonge sluit zich echter niet aan bij de suggestie dat 61% van de Nederlandse woningen daadwerkelijk kamers over heeft.
Bij de toewijzing van woningen door corporaties wordt rekening gehouden met de gezinsgrootte op het moment van huurcontract. Hoewel onderbewoning vaak pas speelt na veranderingen in de gezinsgrootte, stimuleert de Jonge woningcorporaties om met huurders mee te denken en doorstroming naar kleinere woningen te bevorderen.
Woningdelen en financiële overwegingen
Woningdelen heeft potentie, maar de precieze omvang hiervan wordt nog onderzocht. Een belangrijke overweging voor alleenstaanden bij woningdelen is de verdeling van financiële lasten.
De kostendelersnorm kan echter een belemmering vormen voor alleenstaanden met een bijstandsuitkering of AOW. Deze norm vermindert de uitkering als men samenwoont, wat woningdelen minder aantrekkelijk maakt.
Belemmeringen en mogelijkheden
De Jonge werkt aan een brede verkenning van woningdelen, waarin hij financiële belemmeringen en potentiële oplossingen in kaart brengt. Hoewel de huurtoeslag vermindert bij woningdelen, blijft de exacte besparing op huurtoeslag afhankelijk van diverse factoren.
Het stimuleren van woningdelen vereist aanpassingen in woonruimteverdelingssystemen, waarbij corporaties meer aandacht kunnen besteden aan het huisvesten van meerdere alleenstaanden in geschikte woningen.
Woningdelen biedt dus zeker kansen om de woningnood te verlichten, maar is niet zonder uitdagingen.
Minister Hugo de Jonge benadrukt dat verdere verkenning en onderzoek nodig zijn om de potentie en de belemmeringen volledig in kaart te brengen.
Het delen van woningen kan bijdragen aan een efficiënter gebruik van de bestaande woningvoorraad, mits de financiële en sociale belemmeringen effectief worden aangepakt.