- De minister benadrukt dat de huurverhogingen volgen uit wetgeving die eerder door de Tweede Kamer is aangenomen.
- In de middenhuur geldt een maximale huurstijging van 7,7%, maar alleen voor nieuwe huurcontracten vanaf 1 juli 2024.
- In de sociale huur stijgen de huren met maximaal 5% in 2025, in lijn met afspraken binnen de Nationale Prestatieafspraken.
De minister van Volkshuisvesting heeft nog maar eens duidelijk gemaakt dat de huurverhogingen voor 2025 blijven zoals vastgesteld in de door de Tweede Kamer aangenomen wetgeving.
Kamervragen over de hoogte van de stijgingen veranderen daar niets aan. Volgens de minister volgen de verhogingen direct uit de Wet betaalbare huur en de Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huur, en is de systematiek al bij de vaststelling van deze wetten bepaald.
De kritiek op de stijging van 7,7% in de middenhuur en de hogere huurstijging in de gereguleerde sector ten opzichte van de vrije sector, wijst de minister van de hand. Zij stelt dat deze percentages logisch voortvloeien uit de gekozen wetgeving en politieke keuzes die de Kamer zelf heeft gemaakt.
Middenhuur: niet elke huurder krijgt 7,7% verhoging
Hoewel de maximale huurverhoging in de middenhuur op 7,7% is vastgesteld, is dit volgens de minister slechts een begrenzing en geen garantie dat elke huurder dit bedrag betaalt. Dit percentage geldt alleen voor huurcontracten die na 1 juli 2024 zijn afgesloten en wordt afgetopt als de huurprijs door de verhoging boven de maximale redelijke huurprijs uitkomt volgens het woningwaarderingsstelsel (WWS).
De minister benadrukt dat deze koppeling aan de cao-loonontwikkeling juist is ingesteld om te voorkomen dat huurprijzen te ver afwijken van de inkomensontwikkeling. Daarnaast is de indexering van de maximale redelijke huurprijzen in het WWS veel lager, namelijk 2,32%, waardoor veel huurders feitelijk een lagere verhoging zullen zien dan het maximale percentage.
Sociale huur: verhoging noodzakelijk voor investeringen
De huurverhoging in de sociale huursector is vastgesteld op maximaal 5% in 2025, een lichte stijging ten opzichte van de eerdere verwachting van 4,5%.
De minister wijst erop dat deze verhoging voortkomt uit de Nationale Prestatieafspraken en is bedoeld om woningcorporaties voldoende investeringsruimte te geven voor de bouw en verduurzaming van sociale huurwoningen.
Door eerdere afspraken zou de maximale huursomstijging zelfs uitkomen op 6,1%, maar dit is in de nieuwste afspraken teruggebracht naar 5%. Dit percentage is een gemiddelde over de gehele corporatiesector, waarbij individuele corporaties binnen deze grenzen huurmaatwerk kunnen leveren.
Politieke keuzes en wetgeving bepalen de uitkomst
De minister benadrukt dat de huidige huurverhogingen het directe gevolg zijn van de keuzes die de Tweede Kamer eerder heeft gemaakt, ziet ook advocaat huurrecht Claudia van Meurs – Janssens, die er over schrijft op LinkedIn.
De percentages en methodes zijn verankerd in wetgeving en bieden volgens de minister de juiste balans tussen betaalbaarheid en investeringsmogelijkheden.
Kamervragen over de hoogte van de stijgingen veranderen daar niets aan: de minister ziet geen reden om de verhogingen te heroverwegen. De regels zijn helder, en de afspraken die door de Kamer zelf zijn goedgekeurd, worden nu uitgevoerd.